De laatste dagen is er veel aandacht voor het verschil in belastingheffing wanneer kinderen hun ouders schenken ten opzichte van ouders die hun kinderen schenken.
Verschillen
Het gaat om twee verschillen, die als gevolg hebben dat over een verkrijging door de ouders veel meer schenkbelasting moet worden betaald dan over een verkrijging door kinderen:
- de vrijstelling voor schenkingen door ouders aan kinderen bedraagt (in 2024) € 6.633, terwijl voor schenkingen door kinderen aan ouders de vrijstelling slechts € 2.658 bedraagt;
- het tarief: wanneer de waarde van de schenking(en) door ouders aan kinderen de vrijstelling overtreft, betalen de kinderen 10% aan schenkbelasting, terwijl ouders die van hun kinderen meer verkrijgen dan de vrijstelling 30% schenkbelasting verschuldigd zijn (deze tarieven gelden tot een verkrijging – boven de vrijstelling – van € 152.368; daarboven bedragen de tarieven 20% en 40%).
Aan het beantwoorden van de (politieke) vraag of dit gelijk moet worden getrokken, wagen wij ons niet. Wel stellen wij vast dat het gelijk trekken op twee manieren vorm kan worden gegeven. De eerste gedachte die opkomt is dat ouders de vrijstelling en het tarief van de kinderen deelachtig moeten worden. Maar wanneer op de verkrijging door de kinderen de (lagere) vrijstelling en het (hogere) tarief van de ouders wordt toegepast, is natuurlijk ook sprake van gelijke behandeling van beide situaties.