Eind 2015 werd de rekening-courant van de directeur-grootaandeelhouder (DGA) bij de eigen BV door de Belastingdienst aangemerkt als speerpunt bij de beoordeling van aangiften inkomstenbelasting in 2016. Die aankondiging werd echter door het Ministerie van Financiën weer spoorslags ingetrokken. Maar duidelijk is wel dat de rekening-courant zich in de warme interesse van de Belastingdienst mag verheugen.
Onttrekking
Dat de rekening-courant van de DGA de aandacht van de Belastingdienst heeft, blijkt onder andere uit de rechtspraak. Een voorbeeld is een recente uitspraak van de Rechtbank Noord Holland. Daar werd beslist dat de jaarlijkse toename van de rekening-courant moest worden aangemerkt als een onttrekking. De jaarlijkse toename betrof uiteraard een oplopende schuld van de DGA aan de BV.
Een onttrekking van winst aan een BV is een dividenduitkering. Die wordt in box 2 belast met inkomstenbelasting, tegen het aanmerkelijk belangtarief van 25%. Dividend is niet aftrekbaar van de winst waarover de vennootschapsbelasting wordt berekend.
In de door de Rechtbank Noord Holland berechte zaak ging het om een rekening-courantschuld, die toenam met:
- € 100.716 in 2009
- € 189.859 in 2010
- € 167.724 in 2011
Over deze bedragen werd door de Belastingdienst de 25% aanmerkelijk belangheffing van de DGA nagevorderd.
Rekening-courant
Wat is precies een rekening-courant? Via de rekening-courant worden kleine bedragen over en weer geboekt. En die bedragen worden doorlopend met elkaar verrekend. De rekening-courantovereenkomst met de BV moet zakelijk zijn en aan deze zakelijk voorwaarden moeten partijen zich houden.
Een structureel oplopende rekening-courant moet veeleer als een geldlening worden gekwalificeerd. Uiteraard moeten de aan een met de eigen BV gesloten geldlening verbonden voorwaarden ook zakelijk zijn en moet men deze voorwaarden in beginsel nakomen.
Boete
In voornoemde zaak werd niet alleen de aanmerkelijk belangheffing nagevorderd, maar werden tevens forse verzuimboetes opgelegd. De rechtbank bevestigde dat sprake was van grove schuld. De door de Belastingdienst opgelegde boetes van maar liefst 50% (gebaseerd op opzet of voorwaardelijke opzet) van de nageheven belasting zijn door de rechtbank wel verminderd tot 25%.
Er schortte in deze casus dan ook nogal wat aan de rekening-courant. Naast de forse bedragen waarmee de schuld van de DGA jaarlijks opliep (zie hiervoor) was er geen schriftelijke rekening-courantovereenkomst. De BV had geen zekerheden bedongen, er was geen rente en geen aflossingsschema en de BV had ook geen incassomaatregelen getroffen.
Afkoop pensioen en/of lijfrente
In de casus bij de Rechtbank Noord Holland werden de opnames belast als dividend. Wanneer tot het vermogen van de BV ook pensioen – en/of lijfrenteverplichtingen behoren, kan de schade nog veel forser zijn. Het onttrekken van de middelen aan het vermogen van de BV kan dan leiden tot de (fictieve) afkoop van deze aanspraken. Dan wordt de totale waarde van de aanspraken in één keer in de heffing van loon- of inkomstenbelasting begrepen. Tevens is dan 20% revisierente verschuldigd.