Rechtbank vermindert belastingrente Vpb

Gepubliceerd op: 13 november 2024

Rechtbank Noord-Nederland heeft in een recente uitspraak beslist dat de op een aanslag vennootschapsbelasting (Vpb) verschuldigde belastingrente in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. De Rechtbank berekent de rente niet op basis van het tarief van 8%, maar op basis van 4%.

Belastingrente

Belastingrente is verschuldigd wanneer je belasting moet bijbetalen op een voorlopige of definitieve aanslag. De rente gaat pas lopen nadat na het belastingjaar 6 maanden zijn verstreken. Als het belastingjaar gelijk is aan het kalenderjaar, gaat de belastingrente dus op 1 juli lopen. De rente over de over het kalenderjaar 2023 verschuldigde Vpb wordt berekend met ingang van 1 juli 2024.

Het tarief van de belastingrente bedraagt voor de vennootschapsbelasting maar liefst 10% (in de jaren 2022 en 2023 bedroeg dit tarief de hiervoor al genoemde 8%). Voor de andere belastingen dan vennootschapsbelasting is dit tarief aanmerkelijk lager: 7,5% (in de periode van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023: 6%; van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2023: 4%).

Evenredigheidsbeginsel

De Rechtbank beslist dat het hoge tarief van de belastingrente voor de Vpb in strijd is met het evenredigheidsbeginsel en verklaart het Besluit Belasting- en Invorderingsrente op dit punt onverbindend. Volgens de rechtbank heeft de regelgever in redelijkheid niet tot dit rentetarief kunnen komen. De rente wordt vervolgens vastgesteld op 4% omdat de belastingdienst en belastingplichtige ter zitting hebben aangegeven dat wanneer belastingplichtige gelijk krijgt, zij van mening zijn dat de belastingrente 4% moet bedragen.

Voorkomen is beter dan genezen

Ook met een tarief van 4% kan de belastingrente al snel flink oplopen. Het blijft daarom in veel gevallen verstandig om ervoor te zorgen dat zo weinig mogelijk belastingrente is verschuldigd. Dat kan door de Belastingdienst tijdig te verzoeken om een (nadere) voorlopige aanslag op te leggen. Dat kan, wanneer het boekjaar gelijk is aan het kalenderjaar, tot uiterlijk 30 april van het jaar volgend op het belastingjaar.

Het is echter niet altijd helemaal te voorkomen dat je tegen belastingrente aanloopt. Winsten laten zich niet altijd goed inschatten. En soms loop je aan tegen een discussie met de Belastingdienst, die leidt tot een correctie van een ingediende aangifte. Als daardoor Vpb moet worden bijbetaald, is belastingrente verschuldigd.

Rechten veilig stellen

Wanneer toch belastingrente in rekening wordt gebracht, is het, mede naar aanleiding van de uitspraak van de Rechtbank, verstandig om daar, ter behoud van rechten, bezwaar tegen te maken. Het ligt voor de hand dat de Belastingdienst hoger beroep (of wellicht sprongcassatie) zal instellen tegen de uitspraak van de Rechtbank. Alleen wanneer je tijdig je je rechten hebt veilig gesteld, kun je te zijner tijd een beroep doen op een positieve uitkomst bij Hof en/of Hoge Raad.

Andere artikelen

FASTER

De Europese Raad heeft de FASTER-richtlijn aangenomen. Helaas moeten we tot 2028 wachten voordat we er profijt van hebben.

Voorlopige aanslag 2025

De Belastingdienst waarschuwt om de belasting op de voorlopige aanslag 2025 niet vóór 1 januari 2025 te betalen.

Villataks

De Rechtbank Noord-Holland heeft geoordeeld dat de “Villataks” niet in strijd is met het EVRM.