Staatssecretaris van Financiën Vijlbrief liet onlangs weten dat de plannen voor aanpassing van de heffing van inkomstenbelasting over het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) niet doorgaan. Op Prinsjesdag gaat hij nieuwe plannen bekend maken.
Box 3
In box 3 wordt het inkomen uit sparen en beleggen belast. Dat geschiedt door een forfaitair rendement te bepalen op basis van de waarde van de tot box 3 behorende vermogensbestanddelen. Over dit forfaitaire rendement is 30% inkomstenbelasting verschuldigd.
Tot box 3 behoren alle vermogensbestanddelen die niet in box 1 of box 2 worden belast. Het gaat bij de meeste mensen om spaartegoeden, beleggingen en vastgoed dat niet wordt gebruikt in en niet ter beschikking wordt gesteld aan de eigen onderneming.
Hoge Raad
De Hoge Raad heeft inmiddels meermalen uitgemaakt dat het forfaitaire systeem niet door de beugel kan. Het rechtsherstel laat onze hoogste belastingrechter echter nog steeds aan de wetgever. In dat kader lag er het nu afgeblazen voorstel. Voor wie wil nalezen hoe de afgeblazen regeling in elkaar zat, verwijzen we naar onze artikeltjes: Beleggers betalen fors meer in de nieuwe box 3 en Spaargeld tot € 440.000 belastingvrij.
Dat het forfaitaire systeem onredelijk uitpakt, blijkt overduidelijk bij spaartegoeden. Het is algemeen bekend dat banken op deze rekeningen al geruime (nagenoeg) geen rente vergoeden. Voor box 3 wordt toch nog steeds een forfaitair rendement van maximaal 5,33% (!) gehanteerd.
Pro forma bezwaar maken
Voor elk belastingjaar wordt inmiddels over box 3 tot en met de Hoge Raad een (proefprocedure) gevoerd. Wanneer de wetgever niet voldoende vaart maakt, zou de Hoge Raad op enig moment kunnen besluiten toch zelf voor het geëiste rechtsherstel te zorgen. Belastingplichtigen die daar dan bij aan willen kunnen haken, doen er verstandig aan om hun rechten veilig te stellen met een tijdig ingediend pro forma bezwaarschrift. Zie ook ons artikel Ook voor 2019 maar weer bezwaar maken tegen box 3?.
Financiële planning
In veel financiële planningen werd al rekening gehouden met het voorgestelde, maar nu afgeblazen nieuwe systeem voor box 3. Die planningen moeten uiteraard worden herzien. Daarmee zal moeten worden gewacht totdat Vijlbrief zijn nieuwe plannen bekend maakt.
Het meest voor de hand ligt overigens dat die nieuwe plannen voor de korte termijn niet al te ingrijpend zijn, maar dat wordt volstaan met het ophogen van de bestaande vrijstellingen. Gesuggereerd wordt om het heffingvrije vermogen, dat in 2020 per belastingplichtige € 30.846 bedraagt, te verhogen naar bijvoorbeeld € 50.000.
Voor box 3 wordt als peildatum de eerste dag van het kalenderjaar gehanteerd. De eerstkomende peildatum is derhalve 1 januari 2021. Met het oog op de tot die datum nog resteren (beperkte) tijd zijn ingrijpende wijzigingen niet wenselijk.