Eén van de onderdelen van je aangifte inkomstenbelasting 2020 zijn de persoonsgebonden aftrekposten. Wat valt daar allemaal onder?
FAQ
De Belastingdienst heeft een uitgebreide notitie met vragen en antwoorden over deze aftrekpost gepubliceerd. Deze FAQ’s betreffen het jaar 2019, maar zijn ook voor 2020 van beang.
We vinden de aftrekpost in hoofdstuk 6 van de Wet IB 2001. Het gaat om de volgende categorieën:
- uitgaven voor onderhoudsverplichtingen;
- uitgaven voor specifieke zorgkosten;
- weekenduitgaven voor gehandicapten;
- scholingsuitgaven;
- aftrekbare giften.
Deze kosten worden afgetrokken van je inkomen uit werk en woning. Wanneer de aftrekpost hoger is dan het inkomen, kan worden afgetrokken van het inkomen uit sparen en beleggen en het inkomen uit aanmerkelijk belang. Persoonsgebonden aftrek, die in een jaar niet is geëffectueerd, kan in volgende jaren worden afgetrokken.
Voor de meeste van de genoemde categorieën geldt een aftrekdrempel.
Onderhoudsverplichtingen
Dit betreft verplichtingen die voortvloeien uit het familierecht: partneralimentatie.
Specifieke zorgkosten
De mogelijkheden voor aftrek van deze kosten zijn sinds de invoering van de Wet IB in 2001 flink beperkt. Aan de categorieën waarvoor aftrek nog wel mogelijk is, worden strenge voorwaarden gesteld. Verreweg het grootste deel van de FAQ’s betreft dan ook deze post.
Weekenduitgaven voor gehandicapten
Voor deze aftrek gelden forfaitaire bedragen. Voor 2020 gaat het om € 11 per dag en € 0,19 per kilometer.
De ernstig gehandicapte broer, zus of kind moet 21 jaar of ouder zijn en doorgaans in een inrichting verblijven. De aftrek kan ook worden geclaimd door mentor of curator die de persoonlijke belangen van een ernstig gehandicapt persoon behartigt.
Scholingsuitgaven
Het moet gaan om de kosten voor het verwerven van nieuwe kennis, met het doel om er inkomen mee te gaan verwerven. Alleen de kosten voor les- of collegegeld en verplicht gestelde leermiddelen zijn aftrekbaar.
Aftrekbare giften
Onderscheiden wordt in periodieke giften en overige giften. Voor periodieke giften geldt geen drempel en geen maximum aftrekbedrag. Overige giften zijn alleen aftrekbaar wanneer ze zijn gedaan aan een in het ANBI-register opgenomen insteling. Periodieke giften mogen ook worden gedaan aan verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid en minstens 25 leden, die niet aan vennootschapsbelasting zijn onderworpen.