Het voordeel dat een werknemer geniet doordat hij een lagere dan commerciële rente betaalt op een van zijn werkgever ontvangen lening wordt voor de loonheffingen op nihil gewaardeerd wanneer het betreft een lening:
– waarvan de rente bij de werknemer aftrekbaar is als eigen woningrente;
– waarmee een fiets, elektrische fiets of elektrische scooter is aangeschaft.
Al bij de behandeling van het Belastingplan 2015 heeft de Staatssecretaris van Financiën aangekondigd dat de nihilwaardering van de personeelslening voor de eigen woning zou worden aangepast. Die aanpassing is onderdeel van het onlangs ingediende wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2015 en houdt in dat de nihilwaardering komt te vervallen. Bovendien kan het rentevoordeel niet worden aangewezen als eindheffingsbestanddeel, ofwel: het voordeel kan niet in het WKR-forfait (van 1,2% van de loonsom) worden ondergebracht. Het rentevoordeel moet worden gewaardeerd op de waarde in het economisch verkeer en voor die waarde met loonheffingen worden belast. Daar staat tegenover dat de werknemer het belaste voordeel in zijn aangifte inkomstenbelasting mag aftrekken als eigen woningrente.
Waarom deze hele exercitie? Sinds 2013 kan de aftrek van eigen woningrente in de hoogste tariefschijf niet meer tegen het in die tariefschijf geldende tarief van 52% worden geëffectueerd. In 2013 moet van het gedeelte van de aftrek in de hoogste tariefschijf 0,5% en in 2014 1,0% aan inkomstenbelasting worden bijgeteld. In de komende jaren wordt deze bijtelling jaarlijks verhoogd, totdat hij 14% bedraagt (in 2041) en de aftrek van eigen woningrente nog maar kan worden geëffectueerd tegen een maximaal tarief van per saldo: 38%. Als de nihilwaardering van het rentevoordeel was gehandhaafd, zou het in de loonheffingen tegen het tarief van 52% geëffectueerd worden. De daardoor ontstane ongelijkheid ten opzichte van de aftrek van de rente in de inkomstenbelasting wordt als ongewenst gezien.
De nihilwaardering van de personeelslening voor de eigen woning vervalt per 1 januari 2016. De grootste klus voor de werkgever is om vast te stellen welke rente de werknemer verschuldigd zou zijn in het economisch verkeer. Wellicht worden daarvoor tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2015 nog nadere handvatten aangereikt. Het is toegestaan om het rentevoordeel gelijk over de aangiftetijdvakken van het kalenderjaar te spreiden.