De Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft uitgemaakt dat het Nederlandse pensioen van een in Duitsland wonende Nederlander terecht in Nederland wordt belast.
Nieuw belastingverdrag
Dit issue speelt sinds het nieuwe belastingverdrag dat Nederland en Duitsland met elkaar hebben gesloten. Dit nieuwe verdrag is op 1 januari 2016 in werking getreden, met een overgangsperiode van 1 jaar, waarin er nog voor kon worden gekozen om het oude verdrag uit 1959 nog toe te passen (en in de jaren erna geldt, onder andere voor gerechtigden tot lijfrente- en pensioenuitkeringen, nog een compensatieregeling). De procedure bij de Rechtbank betrof dan ook de heffing van inkomstenbelasting over 2017.
Buitenlands belastingplichtig
Een Nederlander van wie de fiscale woonplaats in Duitsland ligt, is in beginsel belastingplichtig in zijn woonland Duitsland. Over inkomsten uit bepaalde Nederlandse bronnen heft Nederland echter de inkomstenbelasting. De in het buitenland woonachtige belastingplichtige is voor deze bronnen “buitenlands belastingplichtig”.
Eén van die bronnen zijn lijfrente- en pensioenuitkeringen waarvan de premies in Nederland zijn afgetrokken of bij betaling waren vrijgesteld.
Wijziging
Het oude belastingverdrag wees het recht tot heffing van inkomstenbelasting over lijfrente- en pensioenuitkeringen toe aan het woonland. Het pensioen van de Nederduitser werd daardoor in Duitsland belast en die heffing viel in het algemeen alleszins mee.
In het nieuwe belastingverdrag wordt de heffing over lijfrente- en pensioenuitkeringen ook toegewezen aan het woonland, behalve wanneer het totale jaarlijkse bedrag van de uitkeringen meer bedraagt dan € 15.000. Dan mag het bronland heffen. In de procedure genoot de Nederduitser in 2017 (naast zijn AOW, die telt niet mee) € 23.281 aan uit Nederland afkomstige pensioenuitkeringen. De Rechtbank bevestigt nu dat deze uitkeringen in 2017 terecht in Nederland zijn belast.