Of in wat meer juridische termen: wat is de maatstaf van heffing voor de BTW. Deze vraag is van belang voor ondernemers die met BTW belaste prestaties verrichten. Zij moeten immers op hun facturen en in hun BTW-aangifte de juiste bedragen aan BTW vermelden.
De vergoeding
De wet is hier vrij kort over: de BTW wordt berekend over de vergoeding. En de vergoeding is het totale bedrag dat je ontvangt voor de prestatie (levering van goederen en/of diensten) die je verricht. Ontvang je meer dan je in rekening hebt gebracht, dan moet je ook over het meerdere BTW afdragen (de uitzondering vind je in onze factsheet over fooien). Als je geen geldsom ontvangt, is de vergoeding gelijk aan de waarde in het economisch verkeer van de tegenprestatie die je ontvangt.
Een simpel voorbeeldje. Je bent zelfstandig (interim)manager en komt overeen dat je voor een klus € 7.500 per maand ontvangt. En daar bovenop € 0,19 per kilometer die je in het kader van je opdracht aflegt. Als je in een maand 1.000 kilometers rijdt en daarvoor € 190 aan je opdrachtgever in rekening brengt, moet je BTW berekenen over € 7.500 + € 190 = € 7.690.
Uitzonderingen
Maar zoals zo vaak in het belastingrecht is het niet zo simpel. In een nieuwe versie van het beleidsbesluit over de maatstaf van heffing in de BTW licht de Staatssecretaris van Financiën de uitzonderingen op de hiervoor beschreven hoofdregel toe. Dit besluit bevat de hiervoor al aangehaalde regels over fooien. Daarnaast wordt beschreven hoe een kredietbeperkingstoeslag kan worden verwerkt. De regels voor de verwerking van kortingen voor contante betaling vind je in het Uitvoeringsbesluit Omzetbelasting.
Doorlopende posten
Een belangrijke categorie, die niet tot de maatstaf van heffing voor de BTW behoort, zijn de doorlopende posten. Dat zijn bedragen die een ondernemer betaalt in naam en voor rekening van zijn opdrachtgever. De betaling door de ondernemer moet berusten op een rechtstreekse rechtsverhouding tussen zijn opdrachtgever en een derde.
Voorbeelden van doorlopende posten zijn (deze voorbeelden vind je in het beleidsbesluit):
- overdrachtsbelasting die wordt betaald in naam en voor rekening van de koper en een onroerende zaak;
- BTW die bij de invoer van goederen wordt betaald in naam en voor rekening van de ondernemer voor wie de goederen zijn bestemd;
- BPM die een autodealer betaalt bij registratie van de auto in naam en voor rekening van de koper van de auto;
- griffierechten die in naam en voor rekening van de procespartij worden betaald;
- in Nederland gemaakte kosten voor de levering van energie voor landvoertuigen door de exploitant van het station, als die kosten in naam en voor rekening van de tankpashouder worden betaald (voorwaarde is dat de kosten individualiseerbaar zijn, bijvoorbeeld op basis van kaartnummers en -registraties).
Het beleidsbesluit geeft ook twee voorbeelden van situaties waarin geen sprake is van doorlopende posten:
- de BPM die een importeur op eigen naam en rekening betaalt bij de registratie van een auto;
- de kosten van bezorging van goederen bij de klant, wanneer de bezorging voor rekening en risico van de verkoper is (verzendkosten horen in het algemeen tot de vergoeding waarover BTW moet worden afgedragen).
Voor de duidelijkheid: de in het voorbeeld hiervoor tegen € 0,19 doorberekende kilometers kwalificeren niet als een doorlopende post. Ze vloeien immers niet voort uit een rechtsbetrekking tussen de opdrachtgever van de manager en een derde.
In de praktijk verwerken ondernemers doorlopende posten ook wel als “gewone” posten. Ze rekenen de post dan tot de vergoeding waarover ze de af te dragen BTW berekenen. En ze trekken de op de doorlopende post drukkende BTW af. Die aftrek is dan onterecht en kan door de Belastingdienst worden gecorrigeerd. Het beleidsbesluit bevat hiervoor wel een goedkeuring, met de volgende voorwaarden:
- de kosten worden voor hetzelfde bedrag en onder hetzelfde BTW-regime doorberekend;
- op de factuur worden deze kosten afzonderlijk vermeld;
- de ondernemer rekent het bedrag van deze kosten niet mee bij de vaststelling van zijn recht op aftrek van BTW op zijn algemene kosten (pro rata-breuk).
Privégebruik
De wet bevat specifieke regels voor het bepalen van de maatstaf van heffing voor de BTW die is verschuldigd bij privégebruik van goederen en diensten en bij interne prestaties. Privégebruik is gebruik voor de privédoeleinden van de ondernemer of zijn personeel. Maar ook alle gebruik voor andere dan bedrijfsdoeleinden.
Vragen over de maatstaf van heffing voor de BTW? Neem contact op met de adviseurs van VWGNijhof.