Onlangs besliste de Hoge Raad dat je de aftrek van (hypotheek)rente voor je eigen woning elk jaar moet kunnen bewijzen. Hetzelfde geldt in beginsel voor je schulden in box 3.
Erfenis
Dat heeft Hof Den Haag (3-5-2019, nr. BK-18/00946) geoordeeld. Deze zaak betreft een dochter, die enig erfgenaam is van haar moeder. De bewindvoerder van moeder, een stichting, dient over 2015 de aangifte inkomstenbelasting in. In die aangifte is € 99.400 aan rendementsgrondslag voor het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) verwerkt. Die betreft de bank- en spaartegoeden verminderd met het heffingvrije vermogen en de ouderentoeslag.
Nadat moeder in 2016 is overleden, maakt de dochter bezwaar tegen de conform de aangifte opgelegde aanslag. Volgens haar heeft haar moeder veel schulden, waardoor de rendementsgrondslag nihil bedraagt.
Bewijs
De dochter onderbouwt het bestaan van de schulden van haar moeder met niet meer dan de stelling dat de gegevens over de schulden al in 2003 en in 2013 aan de Belastingdienst zijn verstrekt. Hof Den Haag beslist, naar onze mening volkomen terecht, dat dit niet voldoende is om aannemelijk te maken dat moeder de schulden nog had op 1 januari 2015, het toetsmoment voor box 3 in 2015.
De rechtbank had al beslist dat bewijslast rust op belastingplichtige. Dit geldt zowel voor het bestaan als voor de hoogte van de schulden. De dochter mocht het bewijs ook niet meer aanreiken tijdens de procedure. De rechtbank oordeelt dat ze tijdens de procedures meer dan voldoende gelegenheid heeft gehad om bewijsstukken aan te reiken.