Een ondernemer die, naast een vaste vergoeding, een bepaalt percentage van het positieve resultaat van zijn handelingen ontvangt, moet ook over het variabele deel van de vergoeding BTW afdragen.
No cure no pay
Dat heeft Hof Arnhem-Leeuwarden beslist in de zaak van een ondernemer die voor derden juridische procedures voerde voor gedupeerden van aandelenleasetransacties. De vergoeding daarvoor bestond uit een (laag) vast bedrag en een aanvullende vergoeding ter grootte van een percentage van het behaalde financiële resultaat.
Geen zuivere no cure no pay omdat er wel een vaste vergoeding wordt betaald.
Het Hof beslist dat ook het variabele deel behoort tot de vergoeding waarover BTW moet worden afgedragen. Ook tussen dat deel van de vergoeding en de verrichte prestatie bestaat namelijk een rechtstreeks verband.
Vorig jaar besliste Hof ‘s-Hertogenbosch al hetzelfde in een zaak waarin geen sprake was van een vaste vergoeding. Zie ons artikel No cure no pay maar wel BTW.
Renpaard
Belanghebbende beriep zich op het Baštová-arrest van het Hof van Justitie. Dat betreft een BTW-ondernemer, die een paard laat deelnemen aan een paardenwedren. Daarvoor ontvangt de ondernemer geen startgeld, maar bij een goed resultaat wel prijzengeld. Het Hof beslist dat over dit prijzengeld geen BTW hoeft te worden afgedragen omdat geen sprake is van een dienst onder bezwarende titel.