De regelingen rond belastingrente voelen enigszins onrechtvaardig aan. Daarom komen ze geregeld aan de orde in de rechtspraak. We besteedden eerder al aandacht aan de belastingrente in het kader van de inkomsten– en vennootschapsbelasting. De problematiek speelt echter ook in het kader van de BTW.
Per abuis het verkeerde tarief
Een BV komt er in 2014 achter dat in de jaren 2009 tot en met 2012 per abuis ten onrechte het verlaagde BTW-tarief is toegepast. De BV heeft daardoor te weinig BTW afgedragen. Naar aanleiding van suppletie-aangiften legt de Belastingdienst uiteraard naheffingsaanslagen op.
De opgelegde boeten worden na bezwaar vernietigd. Maar de forse bedragen aan belastingrente laat de Belastingdienst in stand. Hof Amsterdam beslist dit terecht is.
Geen nadeel
De BV stelde dat het berekenen van belastingrente in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. De Belastingdienst is namelijk per saldo nooit iets te kort gekomen. De BTW die de BV afdraagt, wordt door haar afnemers namelijk volledig afgetrokken. De Staat lijdt geen nadeel. De BTW die te laat is afgedragen, is door de afnemers immers net zoveel te laat afgetrokken. Voor de volledigheid: de afnemers ontvangen over de alsnog door hen afgetrokken BTW van de Belastingdienst geen belastingrente.
Het Hof gaat hier niet in mee. De BV kan de verschuldigdheid van belastingrente alleen voorkomen door de belasting tijdig te betalen. Alleen wanneer dit door de schuld van de Belastingdienst niet mogelijk is, wordt belastingrente achterwege gelaten. Dat de BV niet de beschikking heeft gehad over het bedrag, is niet van belang.
Cassatie
De BV laat het er niet bij zitten en heeft inmiddels beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. Van dit hoger beroep verwachten wij niet veel. Het Hof overweegt dat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever weloverwogen heeft gekozen voor de huidige regeling.