Onwerkbaar weer: nieuwe regels

Gepubliceerd op: 25 maart 2016

onwerkbaar weer VWGNijhof

Op 1 april 2016 leken de nieuwe regels rond onwerkbaar weer dan toch te worden ingevoerd. De nieuwe regeling is een onderdeel van het al eind 2012 aangenomen wetsvoorstel Wet vereenvoudiging regelingen UWV, dat pas op 1 april 2016 in zou gaan.
De winter is 2015/2016 is inmiddels wel zo een beetje voorbij, waardoor het gevaar lijkt dat werkgevers de nieuwe regels alweer uit het oog zijn verloren wanneer zich (eind 2016?) het eerste onwerkbaar weer voordoet.

Ingang toch uitgesteld

Dat heeft ook Minister Asscher zich inmiddels gerealiseerd. Hij heeft namelijk op het allerlaatste moment aangekondigd dat de invoering van de regeling toch weer wordt uitgesteld naar 1 oktober 2016. Hij laat daarbij ook weten dat hij voor 15 juni in overleg zal gaan met de sociale partners over de inhoud van de regeling. Het lijkt daarom niet uitgesloten dat de nieuwe regeling uiteindelijk toch helemaal niet wordt ingevoerd. Het spreekwoord “driemaal is scheepsrecht” zou dan opgeld doen, aangezien dit de derde keer is dat de invoering van de nieuwe regeling is uitgesteld. Onderstaand beschrijven wij voor de geïnteresseerden de regeling, waarvan de ingang dus vooralsnog weer is uitgesteld.

Onwerkbaar weer

Wat onwerkbaar weer is, bepaalt de werkgever zelf. Dit is afhankelijk van de branche waarin wordt gewerkt. Zodra werknemers door onwerkbaar weer 20% of meer van hun arbeidscapaciteit niet kunnen benutten, moet de werkgever dit melden bij UWV. Natuurlijk moet de werkgever, voor zover dat mogelijk is, werknemers inzetten voor werkzaamheden die in tijden van onwerkbaar weer nog wel kunnen worden uitgevoerd.

Het UWV toetst vervolgens of inderdaad niet (voldoende) kan worden gewerkt als gevolg van onwerkbaar weer. De uitslag van deze controle kan per sector verschillen. In de bouw wordt bijvoorbeeld gekeken naar de gevoelstemperatuur, terwijl in de agrarische sector de bodemtemperatuur van belang is. Sectoren kunnen vooraf duidelijkheid krijgen door normen afspreken met het UWV.

Naast winterse omstandigheden kunnen andere niet-economische omstandigheden er voor zorgen dat werknemers niet kunnen werken. Het moet dan gaan om calamiteiten die betrekking hebben op meerdere ondernemingen en die door de minister als buitengewoon zijn aangemerkt. Voorbeelden uit het verleden zijn de vuurwerkramp in Enschede en het ontruimen van de Betuwe wegens hoog water. De nieuwe regeling isdan ook niet de regeling bij onwerkbaar weer genoemd, maar draagt de naam “calamiteitenregeling“.

Wachttijd

In de nieuwe regeling is er een wachttijd van 3 weken. Gedurende deze periode moet de werkgever het loon van de werknemers, die door onwerkbaar weer niet of niet voldoende kunnen werken, doorbetalen. Pas daarna hoeft de werkgever het loon niet langer door te betalen en krijgt de werknemer recht op WW. Deze wachttijd hoeft niet een aaneengesloten periode van 3 weken te beslaan.

Bij andere calamiteiten dan winterse omstandigheden (zie hiervoor) geldt een kortere wachttijd van 2 weken, maar die periode moet wel aaneengesloten zijn.

Meldingsplicht werkgever

In alle gevallen waarin de werkgever een beroep wil doen op de calamiteitenregeling moet hij op elke dag waarop een werknemer door een calamiteit (bijvoorbeeld onwerkbaar weer) voor 20% of meer van zijn arbeidscapaciteit niet kan werken een melding doen aan het UWV. Dagen die niet zijn gemeld, tellen uiteraard niet mee voor de wachttijd.

Uiteraard blijft de werkgever er te allen tijde verantwoordelijk voor dat de werkplek veilig is; ook bij winterse omstandigheden.

Andere artikelen