Het fenomeen van de negatieve rente op banktegoeden is er inmiddels al een poosje. Maar nu de banken aankondigen ingaande 2021 de drempels te verlagen, worden meer mensen er mee geconfronteerd.
Negatieve rente
Negatieve rente betekent dat je, in plaats van dat de bank je rente vergoedt, rente aan de bank betaalt. Een vreemd fenomeen. Je spaargeld is immers een vordering op de bank. En dan zou het logisch zijn dat de bank je een vergoeding betaalt voor het geld dat je beschikbaar stelt. De huidige economische werkelijkheid is echter zo dat de bank je een vergoeding vraagt omdat ze jouw geld voor je bewaart.
Tarief
Welke regels jouw bank hanteert, kun je uiteraard het best navragen bij de bank. De meeste banken, die een negatieve rente hanteren, hebben het tarief (voorlopig) gesteld op -0,5%. Dit tarief wordt door veel banken vanaf 2021 al in rekening gebracht over saldi boven € 250.000 (tot en met 2020 liggen deze drempels vaak op € 1.000.000 of nog hoger).
De verwachting is dat het tarief de komende tijd nog wel wat zal oplopen (dat wil zeggen: meer negatief zal worden). En dat de drempels nog wat zullen worden verlaagd.
Oplossingen
De meeste mensen staan niet te springen om over hun spaargeld rente aan de bank te betalen. Toch zijn er geen echt veilige alternatieven voor een (spaar)rekening bij een bank. Beleggen in effecten, vastgoed of andere zaken brengt nu eenmaal meer risico’s met zich mee.
Natuurlijk kun je je spaargeld op maken, door er leuke dingen mee te kopen of het te schenken aan je (klein) kinderen (zie ook ons artikel In 2021 € 1.000 extra belastingvrij schenken). Maar dat is dan niet echt een alternatief voor sparen.
Wel kun je overwegen om leningen (bijvoorbeeld voor je eigen woning) af te lossen of geld te stoppen in je pensioen (of andere oudedagsvoorzieningen).
Je (spaar)geld verdelen over meerdere banken is voorlopig ook nog een oplossing. Maar wanneer de banken de drempels verlagen, wordt dat wellicht steeds lastiger.
Depositogarantiestelsel
Je kun je banktegoeden ook spreiden over meerdere banken met het oog op het depositogarantiestelsel. Op grond van het depositogarantiestelsel staat de overheid garant voor de schuld die de bank aan jou heeft. Deze garantie geldt echter tot maximaal € 100.000 (per bank).
Box 3
Dat je rente aan de bank betaalt, betekent niet dat de fiscus geen inkomstenbelasting wil ontvangen. Veel bankrekeningen vallen immers in box 3 (inkomen uit sparen en beleggen). In die box wordt het inkomen forfaitair berekend. In 2021 wordt daarbij een laag rendement gehanteerd van 0,03% en een hoog rendement van 5,69%.
Over de grondslag in box 3 bedraagt het forfaitair inkomen:
Inkomen boven: | Inkomen tot: | Fictief rendement |
heffingvrij vermogen | € 100.000 | 1,8978% |
€ 100.000 | € 1.000.000 | 4,5014% |
€ 1.000.000 | – | 5,69% |
Het heffingvrij vermogen bedraagt in 2021: € 50.000 (per fiscaal partner).
Het tarief van box 3 wordt ingaande 2021 met een procentpuntje verhoogd en bedraagt: 31%.
De heffing in box 3 kan worden voorkomen door de banktegoeden onder te brengen in een spaargeld-BV of een open fonds voor gemene rekening. Dat moet dan wel vóór 1 januari 2021 zijn geregeld. Zie ons artikel Spaargeld-BV blijft nog een jaar in de lucht.