Moet de inspecteur andere dossiers raadplegen?

Gepubliceerd op: 9 november 2023

Hoofdregel is dat de inspecteur bij het opleggen van aanslagen alleen het dossier van de belastingplichtige hoeft te raadplegen. Als later, bijvoorbeeld uit andere dossiers, blijkt dat een te lage aanslag is opgelegd, kan de belasting worden nagevorderd. De inspecteur heeft dan geen ambtelijk verzuim gepleegd; er is wel sprake van een, voor navordering vereist, nieuw feit.

Bijzondere omstandigheden

Op 27 oktober 2023 heeft de Hoge Raad dit genuanceerd door te bepalen dat de inspecteur onder bijzondere omstandigheden gehouden is om zaken die in een dossier naar voren komen, op te nemen in het dossier van andere belastingplichtigen. Doet hij dat niet en wordt een te lage aanslag opgelegd, dan is sprake van een ambtelijk verzuim, waardoor de belasting niet kan worden nagevorderd.

De zaak waarin de Hoge Raad heeft beslist betreft een situatie waarin moeder landbouwgronden onder voorbehoud van een pachtrecht overdroeg aan haar kinderen. Dit leidde tot een uitgebreide discussie met de Belastingdienst in het kader van de regeling van de aanslagen inkomstenbelasting van moeder. In de tussentijd werden de aanslagen van de kinderen geregeld zonder rekening te houden met de uitkomst van de discussie bij moeder. Toen de inspecteur dat ontdekte, legde hij de kinderen een navorderingsaanslag op.

De Hoge Raad beslist dat hier sprake is van zodanig bijzondere omstandigheden dat de inspecteur de uitkomst van de discussie in het kader van de aanslagregeling bij moeder had moeten opnemen in de dossiers van de kinderen. Doordat hij dat niet heeft gedaan, is sprake van een ambtelijk verzuim, waardoor de belasting niet van de kinderen kan worden nagevorderd.

Geen bijzondere omstandigheden

Een kleine week later besliste de Hoge Raad in een andere zaak dat geen sprake is van (voldoende) bijzondere omstandigheden. Deze zaak betreft een dochter die erfgename is van haar moeder. Tot het vermogen van moeder hoort het aandeel in de nalatenschap van oma, die voor de heffing van erfbelasting nog niet was afgewikkeld.

De dochter nam het erfdeel van oma niet mee in de aangifte erfbelasting voor haar moeder. Toen de inspecteur daar achter kwam, vorderde hij de erfbelasting na. De Hoge Raad geeft opnieuw aan dat de hoofdregel is dat de inspecteur bij de regeling van de aanslag erfbelasting voor de dochter alleen het (erfbelasting)dossier van moeder hoefde te raadplegen en niet ook dat van oma. Voor de erfbelasting is dat niet anders dan voor de inkomstenbelasting. De omstandigheden in deze zaak zijn, volgens de Hoge Raad, echter niet dermate bijzonder dat inspecteur de informatie uit het dossier van oma diende toe te voegen aan het dossier van moeder. De opgelegde navorderingsaanslag wordt door de Hoge Raad in stand gelaten.

Kwade trouw

Wij merken op dat in de hiervoor beschreven zaken door de Belastingdienst niet is gesteld dat sprake is van kwade trouw. Als de Belastingdienst kan onderbouwen dat de kinderen te kwader trouw de inkomsten/het erfdeel niet in hun aangifte hebben verwerkt, kan de belasting namelijk worden nagevorderd, ook als sprake is van een ambtelijk verzuim aan de zijde van de inspecteur.

Andere artikelen

Pin It on Pinterest

Share This