Dat is de conclusie die de Rechtbank Noord-Nederland trekt in een zaak waarin de aftrek van BTW op de aanschaf van zonnepanelen aan de orde is.
Tennishal
De zaak betreft de eigenaar van een tennishal. Die heeft in 2018 zonnepanelen laten plaatsen op het dak van de tennishal en de volledige BTW op de aanschaf van die zonnepanelen teruggevraagd. Doordat in 2018 en 2019 door de ondernemer geen met BTW belaste omzet wordt aangegeven, onderzoekt de Belastingdienst of deze teruggaaf terecht is verleend. Naar aanleiding van dit onderzoek legt de Belastingdienst naheffingsaanslagen op grond waarvan de ondernemer de BTW moet terugbetalen.
Eén prestatie?
De ondernemer neemt bij de Rechtbank de stelling in dat sprake is van twee afzonderlijke prestaties: 1. de verhuur van tennisbanen, de kantine en een fitnesscentrum en 2. de levering van elektriciteit aan de huurders en aan de elektriciteitsmaatschappij. De verhuur is vrijgesteld van BTW, maar de levering van de elektriciteit is een met BTW belaste activiteit.
De rechtbank concludeert dat sprake is van één prestatie: de van BTW vrijgestelde verhuur, waarin de levering van de elektriciteit opgaat. Daardoor worden de zonnepanelen gebruikt voor van BTW vrijgestelde prestaties en is de op de aanschaf drukkende BTW terecht nageheven.
De Rechtbank overweegt dat de tennisbanen niet beschikken over aparte meters, maar dat er één meter is voor alle 6 de banen. Daardoor kan niet per huurder worden bijgehouden wat het elektriciteitsverbruik is. Aan de huurders van de kantine en het fitnesscentrum is, ondanks dat er wel afzonderlijke meters zijn, geen apart bedrag in rekening gebracht voor de geleverde elektriciteit. Voor zover de huur in schriftelijke contracten is vastgelegd, is daarin geen aparte vergoeding voor de levering van elektriciteit opgenomen. Ook aan de elektriciteitsmaatschappij werd geen BTW in rekening gebracht. De enkele omstandigheid dat de huurders theoretisch zelf een energieleverancier kunnen kiezen omdat er aparte meters zijn, is voor de Rechtbank niet voldoende om de verhuur en de levering van de elektriciteit aan de huurders voor de BTW te zien als afzonderlijke prestaties.