Als de ene partner leent van de ander voor de financiering van de gezamenlijk aangekochte eigen woning is dat fiscaal geen eigen woninglening.
Herfinancieren
Deze regel is wettelijk zo vastgelegd (in artikel 3.119a, lid 6, onderdeel c van de Wet IB 2001). Het gevolg is dat de rente die de lenende partner op de schuld betaalt niet aftrekbaar is als eigen woningrente. De schuld moet worden verantwoord in box 3 (inkomen uit sparen en beleggen). De uitlenende partner neemt zijn of haar vordering eveneens op in box 3.
De lenende partner kan de schuld herfinancieren. Hij of zij leent dan van een bank en lost met het geleende bedrag de schuld aan zijn of haar partner af. Wanneer de lening van de bank voldoet aan alle voorwaarden die aan een eigen woninglening worden gesteld, kwalificeert de lening van de bank vanaf dat moment als eigen woningschuld. De aan de bank betaalde rente (en kosten) is dan aftrekbaar als eigen woningrente. In een kennisgroepstandpunt bevestigt de Belastingdienst dit. De maximale (fiscale) looptijd van de lening van 360 maanden gaat in vanaf het moment waarop de lening als eigen woningschuld wordt aangemerkt.