In ons artikel Welke-kosten-zijn-zakelijk? beschreven we onlangs de regels die worden gehanteerd om te beoordelen of door ondernemers gemaakte kosten als (voldoende) zakelijk, en dus aftrekbaar van de winst, kunnen worden bestempeld.
Voor Hof Den Bosch maakte een ondernemer (DGA) onlangs aannemelijk dat de kosten voor een Duits jachtpachtrecht, in zijn concrete situatie, terecht ten laste van de winst van de B.V. waren gebracht. De B.V. dreef een hotel met (wild)restaurant en de jacht werd gebruikt om cliënten te werven en om bestaande relaties te onderhouden. Het geschoten wild werd in het restaurant verkocht. De rechter nam daarbij ook in aanmerking dat de DGA ook beschikte over een jachtrecht waarvan hij zelf de kosten droeg. Dat het Duitse jachtpachtrecht op naam van de DGA stond, deed daar aan de zakelijkheid van de kosten niet af, omdat dergelijke rechten alleen op naam van een natuurlijk persoon kunnen worden gesteld.
In dezelfde procedure stond ook de aftrek van de kosten voor een nachtkijker ter discussie. Daarvan stelde de DGA dat die werd gebruikt voor de beveiliging van het bedrijf. De rechter stelde echter vast dat de kijker niet mocht worden blootgesteld aan dag- of kunstlicht en dat het terrein van de onderneming ’s nachts was omgeven voor kunstlicht. De aftrek van deze kosten werd dan ook niet gehonoreerd.