Het arrest van de Hoge Raad over de onrechtmatigheid van de box 3 heffing kan geen aanleiding zijn om vermogen niet in de aangifte inkomstenbelasting te verwerken.
Verrassing?
Dat is op zich geen verrassing. Deze vraag komt aan de orde in een procedure over navorderingsaanslagen inkomstenbelasting die de Belastingdienst heeft opgelegd over de jaren 2007 tot en met 2017. Belanghebbende in deze procedure heeft vermogen op bankrekeningen in Italië en Luxemburg niet aangegeven in de aangiften inkomstenbelasting.
Rechtbank Gelderland beslist dat uit het box 3-arrest en de hele discussie over box 3 redelijkerwijs niet kan worden afgeleid dat een (vermoedelijk) belastingplichtige het buitenlandse vermogen geheel niet hoeft aan te geven. De wet legt aan belastingplichtigen de verplichting op om tijdig, duidelijk, stellig en zonder voorbehoud aangifte te doen.
Aangifte
Voor de aangiften inkomstenbelasting over 2021 (en de incidentele aangifte die nog over 2020 moet worden ingediend) geldt ook dat het totale vermogen dat de grondslag vormt voor box 3 in de aangifte moet worden vermeld. De Belastingdienst houdt vervolgens bij het opleggen van de aanslag rekening met het box 3-arrest. Wie het daarmee niet eens is, moet dat kenbaar maken door binnen 6 weken na de dagtekening van de aanslag bezwaar aan te tekenen. Zie onze artikelen: