Je aangifte IB 2017: schulden in box 3

Gepubliceerd op: 29 maart 2018

De rendementsgrondslag van box 3 (inkomen uit sparen en beleggen) bestaat uit het saldo van je bezittingen minus je schulden.

Het loont zeker de moeite

Als dit saldo positief is (de waarde van je bezittingen is hoger dan de waarde van je schulden) en hoger dan het heffingvrij vermogen (in 2017 € 25.000 per fiscaal partner) wordt een forfaitair rendement berekend. Over dat rendement betaal je 30% inkomstenbelasting. Zeker de moeite om goed te kijken of je geen box 3-schulden over het hoofd ziet.

Maar de rendementsgrondslag van box 3 wordt ook gebruikt voor de zorgtoeslag. En als je een eigen bijdrage betaalt in verband met zorg, wordt daar meestal ook het vermogen in box 3 voor meegenomen. Een extra reden om goed te kijken of je in box 3 niet een te hoge rendementsgrondslag aangeeft.

Schulden

Wat wordt in het kader van box 3 precies onder schulden verstaan? De Wet IB 2001 omschrijft schulden als verplichtingen met waarde in het economisch verkeer. De Rechtbank Noord-Nederland besliste onlangs dat een mogelijke toekomstige schuld niet in box 3 mocht worden afgetrokken. Onzeker was of en in welke mate de schulden daadwerkelijk zouden ontstaan. Het ging om de toekomstige eigen bijdrage die in het kader van de AWBZ/Wzl is verschuldigd voor het verblijf in een verzorgingsinstelling.

De waarde in het economisch verkeer zal vaak gelijk zijn aan de nominale waarde van de schuld. Je verplichting tot terugbetaling van de schuld omvat immers nagenoeg altijd de totale nominale waarde.
Een lagere waarde in het economisch verkeer kan zich bijvoorbeeld voordoen bij renteloze of laagrentende leningen.

Eerst kijken naar box 1 en 2

Je trekt je schulden alleen af in box 3 wanneer ze niet in box 1 of box 2 thuis horen. In box 1 horen onder andere de schulden voor je (fiscale) eigen woning en de schulden in verband met aan je BV ter beschikking gesteld zaken. Als je de aandelen in je BV met een lening hebt betaald of volgestort, neem je de lening mee in box 2.

In box 3 vallen alle schulden die niet in box 1 of 2 vallen. Het is niet nodig dat met de schulden bezittingen zijn gefinancierd, die in box 3 worden belast. Ook zuiver consumptieve schulden mag je in box 3 aftrekken.

In box 1 en 2 trek je niet de schuld af, maar in het belastingjaar de op de schuld betaalde rente.

Drempel

De eerste € 3.000 (voor fiscaal partners € 6.000) aan schulden blijft in box 3 buiten beschouwing. Deze drempel is ingevoerd om te voorkomen dat de Belastingdienst de juistheid van kleine bedragen aan schulden moet toetsen.

Belastingschulden

Je belastingschulden mag je niet aftrekken van de grondslag van box 3. Deze schulden sluit de wet expliciet uit. De enige uitzondering (dus wel aftrekbaar) zijn schulden in het kader van de erfbelasting (inclusief de belasting- en invorderingsrente). Erfbelasting betaal je als je na het overlijden van iemand een erfenis of legaat ontvangt. Ook je schulden in verband met buitenlandse belastingen, die vergelijkbaar zijn met onze erfbelasting, mag je in box 3 aftrekken.

Als je voor andere belastingen tijdig een verzoek doet om een voorlopige aanslag op te leggen, maar de Belastingdienst daar niet snel genoeg op reageert, wordt goedgekeurd dat je de belastingschuld toch aftrekt. Als de voorlopige aanslag wel op tijd wordt opgelegd, moet je zorgen dat je de belasting voor de peildatum van box 3 daadwerkelijk betaalt. De belasting hoort dan op de peildatum niet tot je in box 3 aan te geven bezittingen.

Ook niet als schuld in het kader van box 3 worden aangemerkt:

  • lopende termijnen van rente, huur of pacht, voor zover die een termijn langer dan één jaar betreffen;
  • de (contante waarde van) schulden in verband met (periodieke) giften, (kinder)alimentatie en andere verplichtingen of verstrekkingen die jaarlijks tot aftrek in box 1 kunnen leiden;
  • de meeste schulden die zijn ontstaan in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap van de eerst stervende van de ouders (let op de uitzonderingen).

Andere artikelen