Dat de BV betaalt, wil nog niet zeggen dat de investering door de BV is gedaan.
Dat beslist de Rechtbank Den Haag in een zaak waarin een BV in haar aangifte vennootschapsbelasting een afwaardering van € 250.000 ten laste van haar winst verwerkt in verband met een waardeloze investering in crypto-tokens.
Tokens
De aandeelhouder/bestuurder van de BV sluit in 2018 een zogeheten “token agreement” met een in de Verenigde Arabische Emiraten gevestigde vennootschap. Vervolgens wordt van de bankrekening van de BV € 250.000 betaalt voor de aankoop van SRXIO tokens. Deze tokens worden als belegging verwerkt op de balans van de BV per 31 december 2018. In de aangifte vennootschapsbelasting 2019 wordt voor deze belegging een afwaardering van € 250.000 ten laste van de winst van de BV gebracht.
Privé-investering
De Rechtbank oordeelt dat sprake is van een privé-investering. De overeenkomst tot aankoop van de tokens is door de aandeelhouder/bestuurder ondertekend en uit niets is gebleken dat dit voor rekening en risico van de BV is geschied. De omstandigheid dat de koopsom is voldaan van een bankrekening van de BV doet daaraan niet af. Hetzelfde geldt voor de wijze van verwerking in de jaarrekening van de BV. Civielrechtelijk is de investering in privé gedaan. De Belastingdienst heeft de aangifte vennootschapsbelasting 2019 op dit punt terecht gecorrigeerd.
Bijzonder is dat de Belastingdienst aan de aandeelhouder/bestuurder in de aanslag inkomstenbelasting 2018 een winstuitdeling heeft verwerkt van € 250.000 waartegen door de aandeelhouder/bestuurder geen bezwaar is gemaakt.