Fiscaal partners mogen een deel van hun inkomen en aftrekposten willekeurig verdelen. En dat kan in de praktijk flink schelen in de te betalen inkomstenbelasting.
Gemeenschappelijke inkomensbestanddelen
De willekeurige verdeling geldt niet voor al het inkomen en ook niet voor alle aftrekposten, maar alleen voor:
- het inkomen (positief of negatief) uit eigen woning;
- het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en de dividendbelasting;
- de persoonsgebonden aftrek (in de praktijk betreft dit met name de specifieke zorgkosten en de aftrekbare giften);
- het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) en de dividendbelasting.
Partners moeten in hun aangifte kiezen voor de verdeling die zij wensen. De gekozen verdeling kan in beginsel worden aangepast tot het moment waarop de definitieve aanslag van beide partners onherroepelijk zijn.
Alles verdelen
Hof Arnhem-Leeuwarden heeft recent besloten in een zaak waarin belastingplichtige stelt dat ALLE inkomsten tussen fiscale partners verdeeld moeten kunnen worden. Anders worden alleenverdieners fiscaal benadeeld ten opzichte van tweeverdieners.
Het Hof oordeelt echter dat de door de wetgever gemaakte keuze niet van elke redelijke grond is ontbloot. De rechter mag niet treden in de validiteit van de door de wetgever gebezigde gronden vanwege de ruime beoordelingsmarge die de wetgever heeft. Het beroep van de belastingplichtige wordt dan ook verworpen. De willekeurige verdeling tussen fiscaal partners blijft beperkt tot de daarvoor aangewezen inkomsten- en aftrekposten.