Iedereen is verplicht om, als daar naar wordt gevraagd, informatie te verstrekken aan de Belastingdienst.
Informatieplicht
Deze informatieplicht betreft gegevens en inlichtingen die van belang zijn voor de belastingheffing van de belastingplichtige zelf. Boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan moet in dit kader beschikbaar worden gesteld.
Alleen administratieplichtigen (zie hierna) moeten ook informatie verstrekken die van belang is voor de heffing van belastingen van anderen.
Bewaarplicht
Administratieplichtige belastingplichtigen moeten een administratie voeren. Deze administratie moet gedurende tenminste 7 jaren worden bewaard (informatie betreffende BTW en onroerend goed gedurende tenminste 10 jaren).
Administratieplichtig zijn:
- lichamen (bijvoorbeeld de NV en BV);
- natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen, die inhoudingsplichtig zijn (voor de loonbelasting) of die een werkzaamheid uitoefenen.
Informatieplicht vervalt niet
De Hoge Raad heeft onlangs uitgemaakt dat de informatieplicht niet vervalt. Ook niet na het verstrijken van de periode waarvoor de bewaarplicht geldt. Het gevolg is dat een administratieplichtige verplicht is om aan de Belastingdienst inlichtingen te verstrekken, ook wanneer de administratie, ouder dan 7 jaar, is vernietigd.
Voor zover belastingplichtigen aan het Besluit Fiscaal Bestuursrecht het vertrouwen kunnen ontlenen dat de basisgegevens van de administratie na verloop van de 7 jaren bewaarplicht niet meer wordt opgevraagd, betreft dit volgens de Hoge Raad alleen bepaalde onderdelen van de administratie (grootboek, debiteuren- en crediteurenadministratie, loonadministratie en voorraadadministratie).
Behoorlijk bestuur
Uiteraard kan de informatieplicht ook weer niet oneindig zijn. Het is denkbaar dat informatie en gegevens zover in het verleden liggen, dat het opvragen daarvan door de Belastingdienst strijdt met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Maar daarvoor moeten de specifieke omstandigheden van elk geval worden beoordeeld.
Het ging in de door de Hoge Raad beslechte casus om belastingplichtigen, die erkend hadden een rekening bij KB Lux te hebben gehad. Maar de gegevens van die rekening konden niet meer worden vertrekt omdat de rekening begin jaren ’90 was opgeheven. Toch bevestigt de Hoge Raad de beslissing van het Hof dat het opvragen van de gegevens over deze bankrekening niet in strijd is met de beginselen van behoorlijk bestuur. Het Hof vond dat van de belastingplichtigen een forse inspanning mag worden verwacht om de informatie toch boven tafel te krijgen.
De aan belastingplichtigen opgelegde dwangsom liegt er niet om: € 5.000 per dag, met een maximum van € 150.000.