In veel testamenten is een ik-opa-clausule verwerkt (het kan uiteraard ook een ik-oma-clausule zijn). Die clausule dient er voor om de vrijstelling van de kleinkinderen te benutten.
Ik-opa
De werking van een ik-opa-clausule kan het best worden uitgelegd aan de hand van een simpel voorbeeld. Stel opa overlijdt en laat na: 1 kind en 2 kleinkinderen. De waarde van de erfenis van opa bedraagt € 500.000. Zonder ik-opa-clausule is het kind de enige verkrijger van deze erfenis. Op basis van de vrijstellingen en de tarieven van 2016 wordt de verschuldigde erfbelasting als volgt berekend:
Erfenis kind | € 500.000 |
Af: vrijstelling | € 20.148 |
Belastbare verkrijging | € 479.852 |
Berekening erfbelasting: | |
10% * € 121.903 = | € 12.190 |
20% * € 357.949 = | € 71.590 |
Totaal erfbelasting | € 83.780 |
Wanneer het testament aan het kind echter de verplichting oplegt om na zijn overlijden aan zijn kinderen (de 2 kleinkinderen) elk € 50.000 uit te betalen (een ik-opa-clausule), pakt deze berekening als volgt uit:
Erfenis kind | € 400.000 |
Af: vrijstelling | € 20.148 |
Belastbare verkrijging | € 379.852 |
Berekening erfbelasting: | |
10% * € 121.903 = | € 12.190 |
20% * € 257.949 = | € 51.590 |
Totaal erfbelasting | € 63.780 |
Maar uiteraard zijn de kleinkinderen erfbelasting verschuldigd over hun verkrijging. Bij de berekening daarvan zien wij, omwille van de eenvoud van het voorbeeld, af van de verwerking van het eventuele (fictieve) vruchtgebruik van de ouder.
Verkrijging kleinkind | € 50.000 |
Af: vrijstelling | € 20.148 |
Belastbare verkrijging | € 29.852 |
Erfbelasting (18%) | € 5.373 |
In totaal is over de erfenis van opa aan erfbelasting verschuldigd:
Door het kind | € 63.780 |
Door kleinkind 1 | € 5.373 |
Door kleinkind 2 | € 5.373 |
Totaal | € 74.526 |
Dat is aanmerkelijk minder dan zonder de ik-opa-clausule (€ 83.780). De reden daarvoor is, met name, dat met de ik-opa-clausule de vrijstelling van de kleinkinderen wordt benut.
Ik-opa-verkrijging twee keer belast
Een ik-opa-clausule heeft als gevolg dat het kleinkind na het overlijden van opa een vordering krijgt op het kind (de ouder van het kleinkind). Dat is een voorwaardelijke vordering. Pas als het kind overlijdt, ontvangt het kleinkind het bedrag van de vordering.
Doordat het kind (de ouder van het kleinkind) het vruchtgebruik van de vordering heeft behouden, is bij het overlijden van het kind door de kleinkinderen erfbelasting verschuldigd. De wet kent hiervoor een fictieve verkrijging.
Deze heffing wordt ervaren als het twee keer belasten van de verkrijging op grond van de ik-opa-clausule. Dat is technisch niet het geval, doordat bij de berekening van de erfbelasting bij het overlijden van opa ook rekening is gehouden met dit vruchtgebruik. Zoals aangegeven hebben wij dat omwille van de eenvoud niet verwerkt in het rekenvoorbeeld.
Box 3
De voorwaardelijke schuld, cq. vordering die voortvloeit uit een ik-opa-clausule, moet in het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) worden verwerkt. Het kind geeft in box 3 de waarde van de voorwaardelijke schuld aan het kleinkind aan.
Bij het kleinkind behoort de voorwaardelijke vordering tot de rendementsgrondslag van box 3. Zo lang het kleinkind minderjarig is, wordt de rendementsgrondslag van box 3 toegerekend aan de ouder.
Welk gevolg deze verwerking heeft, hang af van het overige in box 3 te belasten vermogen van kind en kleinkind.
Eerder aflossen
Maar uiteraard mag een ouder de voorwaardelijke schuld aan zìjn of haar kind(eren) in verband met een ik-opa-clausule best vrijwillig al eerder aflossen. Via die weg kan de ouder, ook wanneer de vrijstellingen voor de schenkbelasting zijn uitgeput, zonder belastingheffing liquiditeiten overhevelen naar de kinderen. Tijdig aflossen voorkomt bovendien de heffing van erfbelasting bij het overlijden van het kind (over de fictieve verkrijging van het vruchtgebruik).
Let er wel op dat u meestal niet het nominale bedrag van de vordering mag aflossen. Dan ontvangt het kleinkind meer dan waar het zakelijk gezien recht op heeft. Het meerdere wordt dan belast met schenkbelasting.