Een belastingplichtige die te goeder trouw is, mag voor de BTW de margeregeling toepassen. Ook als blijkt (achteraf) dat dit ten onrechte is gebeurd.
De zaak
Het gaat in de door het Hof van Justitie berechte casus om het Litouwse Litdana. Deze ondernemer koopt auto’s in van de Deense onderneming Handicare auto. De facturen bevatten de volgende twee vermeldingen:
- een verwijzing naar de Deense bepalingen over de margeregeling;
- de vermelding dat de verkochte auto’s zijn vrijgesteld van BTW.
De Litouwse fiscus stelt bij een controle vast dat niet aan de materiële voorwaarden voor de margeregeling is voldaan. De toepassing van de margeregeling wordt op grond daarvan uiteraard geweigerd. Daardoor moet Litdana de BTW niet afdragen uit de op de auto’s gerealiseerde marge, maar over de totale verkoopprijs.
Te goeder trouw
Het Hof beslist dat, indien Litdana te goeder trouw is, zij de margeregeling mag toepassen. De verwijzende (Litouwse) rechter moet vaststellen of Litdana alles heeft gedaan wat redelijkerwijze van haar kon worden verlangd om te voorkomen dat zij deel uitmaakt van belastingfraude.
Het Hof merkt op dat het feit dat de factuur twee (dubbelzinnige) opmerkingen bevat, niet perse vermoeden van fraude moet oproepen bij Litdana. De vermeldingen kunnen ook zo worden geïnterpreteerd dat ze wijzen op de toepassing van de margeregeling.
De wijze les
Het Hof komt hier, naar onze mening terecht, de ondernemer tegemoet. Voorwaarde is wel dat die ondernemer te goeder trouw is. Het ligt voor de hand dat deze regel niet alleen geldt bij de toepassing van de margeregeling.
Ondernemers doen er daarom verstandig aan om voortdurend kritisch te beoordelen welk BTW-regime op transacties wordt toegepast. Bij twijfel of onduidelijkheid is het verstandig om een leverancier expliciet te vragen welk BTW-regime aan de orde is. En de leverancier te vragen daar een nadere onderbouwing voor te geven. Een voldoende kritische houding kan de ondernemer van pas komen in een discussie met de Belastingdienst en/of in een procedure voor de belastingrechter.
Materiële voorwaarden
In de hiervoor beschreven zaak blijkt achteraf dat niet is voldaan aan de materiële voorwaarden voor de toepassing van een regeling. In gevallen waarin wel aan de materiële, maar niet volledig aan de formele voorwaarden wordt voldaan, heeft het Hof van Justitie al een aantal keren uitgemaakt dat kleine formele gebreken niet in de weg mogen staan aan de toepassing van regelingen waarvoor aan de materiële voorwaarden is voldaan.