Inmiddels duiken de manieren op om, met gebruikmaking van de huidige en verwachte toekomstige wetgeving, de belasting over het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) zoveel als mogelijk te beperken.
Twee walletjes
Op dit moment kent box 3 twee manieren voor het bepalen van het inkomen uit sparen en beleggen:
- op basis van forfaitaire rendementen (hoofdregel);
- op basis van het werkelijk behaalde rendementen (uitzondering, waarop je als belastingplichtige een beroep kunt doen.
Door je werkelijk behaalde rendement slim te sturen, kan de box 3-heffing worden beperkt.
Spaarrekening opheffen
Een simpel voorbeeldje.
Stel je vermogen in box 3 bestaat uit een betaalrekening bij de Rabobank, waarop op 1 januari 2025 een saldo staat van € 8.500, en een spaarrekening bij dezelfde bank met een saldo van € 255.000. Dan bedraagt je forfaitaire rendement (voorlopige rendement voor 2025): 1,44% ( € 263.500 – € 57.684) = € 2.963. Over dit inkomen betaal je 36% belasting: € 1.066.
Op de betaalrekening vergoedt de bank geen rente. Op de spaarrekening wel. De Rabobank schrijft de rente bij op 1 januari van elk jaar over het dan verstreken jaar. Op 1 januari 2025 wordt de rente over 2024 bijgeschreven; op 1 januari 2026 de rente over 2025.
Stelt de op de spaarrekening bijgeschreven rente bedraagt € 3.000 over 2024 en € 3.500 over 2025. Dan is in 2025 en 2026 het werkelijk behaalde rendement hoger dan het forfaitaire rendement. Je betaalt dan in beide jaren box 3-heffing over het forfaitaire rendement.
Maar als je de spaarrekening aan het eind van 2025 opheft, betaalt de Rabobank op dat moment de rente over 2025 aan je uit. Het werkelijk behaalde rendement bedraagt dan in 2025 € 3.000 + € 3.500 = € 6.500. Je betaalt dan in 2025 box 3-heffing over het forfaitaire rendement. Maar wanneer je begin 2026 een nieuwe spaarrekening opent bij de Rabobank, schrijft de bank in 2026 geen rente bij. Je betaalt dan in 2026 box 3-heffing over je werkelijk behaalde rendement van € 0. Je “bespaart” dan de heffing over het forfaitaire inkomen in 2026, in dit voorbeeld € 1.066.
Let op!
Bij deze truc horen natuurlijk kanttekeningen. De belangrijkste is dat voor je werkelijk behaalde rendement naar je totale box 3-vermogen wordt gekeken (niet naar elk vermogensbestanddeel afzonderlijk). Wanneer je naast je banktegoeden andere vermogensbestanddelen hebt, waarop je rendement behaalt, zal de truc in het algemeen niet werken.
Daarnaast is de vraag hoe de banken omgaan met de voor de truc benodigde handelingen. Het op en neer boeken van grotere bedragen kan argwaan wekken en leiden tot vervelende vragen van de bank of wellicht tot problemen bij het openen van nieuwe rekeningen.
Huur
Een andere truc betreft verhuurd vastgoed dat in box 3 wordt belast. Door het verkopen van toekomstige huurpenningen, bijvoorbeeld aan je eigen BV, kan het werkelijk behaald rendement worden geconcentreerd in één jaar waardoor er in volgende jaren geen rendement is. Uiteraard moet de verkoop van de huurpenningen daadwerkelijk worden uitgevoerd en zijn gebaseerd op zakelijke uitgangspunten. En ook hier is van belang de kanttekening dat voor het werkelijk rendement wordt gekeken naar het totale box 3-vermogen.