“Fiscale voordelen groene beleggingen onder vuur” kopt het Financieel Dagblad van maandag 9 februari 2015. Aangezien de Regering doende is met een studie naar een aangepast belastingstelsel ligt voor de hand dat ook deze faciliteiten onder de loep liggen.
Het gaat om beleggingen in (fondsen die beleggen in) windmolenparken, zonnepaneelparken, mestverwerkingsinstallaties, asbestverwijdering en dergelijke. Het rendement op deze beleggingen is vaak zo laag dat ze zonder fiscale faciliteiten voor de belegger niet interessant zijn.
De faciliteiten bestaan uit een vrijstelling van het belegde groene vermogen in box 3 (het inkomen uit sparen en beleggen) tot een bedrag van € 56.928 (voor fiscaal partners: € 113.856) en een extra heffingskorting van 0,7% van de vrijgestelde waarde van de groene beleggingen. Door de vrijstelling is de heffing in box 3, van 1,2% van de waarde van de beleggingen niet verschuldigd, zodat enkel het fiscale rendement op de belegging 1,9% bedraagt. Dat komt bovenop het echte (vaak zeer beperkte) rendement dat de belegging oplevert.
De vrijstelling in box 3 betekent dat deze groene beleggingen ook niet meetellen voor regelingen waar een op de grondslag van box 3 gebaseerde vermogenstoets wordt gehanteerd. Eén van die regelingen is de huurtoeslag. Als door het beleggen in groene beleggingen de huurtoeslag veilig wordt gesteld, is het rendement van de groene beleggingen uiteraard nog veel hoger dan hiervoor geschetst.