Op de vraag hoe lang je administratieve gegevens moet bewaren, komt meestal als antwoord: 7 jaar. Dat is de fiscale bewaartermijn, die geldt voor de administratie van ondernemers. De fiscalist voegt daar dan aan toe dat informatie aangaande BTW en vastgoed tenminste 10 jaar bewaard moeten blijven. Dat is de periode waarin de herzieningsregeling kan spelen.
Particulieren
Voor particulieren geldt de fiscale bewaartermijn formeel niet. Maar zij doen er wel verstandig aan de onderbouwing van de posten in hun aangifte inkomstenbelasting te bewaren zo lang de Belastingdienst de belasting kan navorderen. Dat kan in de 5 jaren volgend op het kalenderjaar waarop de belasting betrekking heeft. Het oudste jaar waarover in 2019 kan worden nagevorderd is derhalve 2014. Deze bewaartermijn van 5 jaren vind je ook op de website van de Belastingdienst.
De navorderingstermijn wordt verlengd met de termijn waarvoor de belastingdienst je uitstel heeft verleend voor het indienen van de aangifte. Op verzoek verschuift de Belastingdienst de inleverdatum meestal standaard van 1 mei naar 1 september. Die 4 maanden uitstel worden dan bij de navorderingstermijn geplust. Loopt je aangifte mee in de uitstelregeling van een belastingconsulent, dan wordt 12 maanden uitstel verleend.
Onderbouwing aftrek (hypotheek)rente
Onlangs heeft de Hoge Raad echter bevestigd dat de gegevens voor de onderbouwing van de aftrek van de (hypotheek)rente op je eigen woning veel en veel langer moet worden bewaard. De Belastingdienst mag namelijk elk jaar aan je vragen om die aftrek te onderbouwen. Daarvoor zijn onder andere gegevens van belang, die je verzamelt bij de aanschaf of de bouw (of latere verbouwing) van je woning. In de meeste gevallen loopt de aftrek van (hypotheek)rente gedurende 30 jaar. Ook in jaar 30 kan de Belastingdienst dan nog van je eisen dat je de aftrek onderbouwt, voor zover nodig met de gegevens uit jaar 1.
De Hoge Raad bevestigt dat nergens uit blijkt dat de Belastingdienst de onderbouwing van de aftrek van (hypotheek)rente moet opvragen binnen de navorderingstermijn, die geldt voor de eerste aangifte waarin de aftrek is verwerkt. Ook het volgen van eerdere aangiften, waarin de aftrek was verwerkt, leidt er niet toe dat de Belastingdienst de onderbouwing niet (opnieuw) mag opvragen.