Als je ontdekt dat je teveel of te weinig BTW hebt afgedragen over verstreken aangiftetijdvakken, moet je een suppletie-aangifte indienen. We schreven eerder al een artikel over dit onderwerp.
Suppletie-aangifte
Dat moet je op grond van de wet spontaan doen, binnen een redelijke termijn na het moment waarop je hebt ontdekt dat de ingediende aangifte(n) niet juist is(zijn). De suppletie-aangifte moet vanaf 2018 digitaal worden ingediend. Dat kan via een softwarepakket. Of met een formulier in je persoonlijke domein op de website van de Belastingdienst. Je logt dan in met dezelfde gegevens als waarmee je de tijdvakaangiften BTW indient.
Geen straf
Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft onlangs uitgemaakt dat geen straf mag worden opgelegd voor het niet of te laat doen van suppletie-aangifte voor de BTW. Het Hof acht in deze zaak wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk niet voldoen aan de suppletieplicht. Maar het oordeelt dat deze verplichting in strijd is met het verbod op zelfincriminatie (ook wel aangeduid als het nemo-teneturbeginsel).
De zaak betreft een “klassieke” situatie. Een transportbedrijf bevindt zich in financieel zwaar weer. In dat kader wordt besloten om de aangiften BTW in te dienen voor veel te lage bedragen. De minder af te dragen BTW geeft wat lucht in de cash flow van het bedrijf. De te lage BTW-aangiften worden ingediend gedurende een langere periode. En uiteraard worden de verzuimen niet hersteld door middel van suppletie-aangiften.
De verwachting is dat het Openbaar Ministerie beroep in cassatie zal instellen tegen deze uitspraak. We moeten dus nog even afwachten of ook de Hoge Raad van mening is dat voor het niet nakomen van de suppletieplicht geen straffen mogen worden opgelegd.
Toch maar blijven suppleren?
De beslissing van Hof ‘s-Hertogenbosch doet uiteraard niet af aan de verplichting om op tijd en voor de correcte bedragen de jaar-, kwartaal- of maandaangiften BTW in te dienen. Ondernemers die niet voldoen aan die verplichting kunnen worden gestraft. Meestal met een administratieve boete, maar bij omvangrijkere verzuimen kan een dergelijke ondernemer uiteraard strafrechtelijk worden vervolgd.
Een verzuim in een tijdvakaangifte wordt met een suppletie-aangifte niet ongedaan gemaakt. Maar een ondernemer die op eigen initiatief fouten corrigeert, komt meestal in aanmerking voor een strafvermindering.
Voor de duidelijkheid: de verdachte in de zaak waarover Hof Den Bosch besliste, is door het Hof veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden (met een proeftijd van 2 jaar) en tot een onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van 240 dagen. Die straf wordt opgelegd wegens het opzettelijk doen van onjuiste tijdvakaangiften BTW.