Ondernemers die voor de BTW de margeregeling toepassen, moeten voor inkopen van particulieren beschikken over inkoopverklaringen.
Margeregeling
De margeregeling voorkomt dat BTW over BTW wordt betaald. Wanneer een particulier een goed, bijvoorbeeld een horloge, koopt, betaalt hij BTW aan de leverancier. Deze BTW kan de particulier niet aftrekken.
Stel het horloge wordt gekocht voor € 1.210, met daarin begrepen € 210 aan BTW. Na een paar jaar verkoopt de particulier het horloge voor € 600 aan een handelaar in tweedehands horloges. Dan zit in de inkoopprijs nog € 105 aan BTW. Die BTW mag de handelaar niet aftrekken.
Wanneer de handelaar het horloge vervolgens voor € 950 verkoopt aan een andere particulier, zit in de verkoopprijs hij € 165 aan BTW. Op het horloge drukt op dat moment aan BTW: € 105 + € 165 = € 270.
Als de handelaar echter de margeregeling kan toepassen, draagt hij de BTW af uit de marge. De marge bedraagt: € 950 -/- € 600 = € 350. De BTW uit de marge komt op € 60, zodat in totaal nog op het horloge aan BTW drukt: € 105 + € 60 = € 165.
Inkoopverklaring
Eén van de voorwaarden om de margeregeling te kunnen toepassen, is dat de handelaar van de particulier van wie hij voor € 600 inkoopt een inkoopverklaring ontvangt. Een dergelijke verklaring moet aan een aantal voorwaarden voldoen. In een recente uitspraak besliste de Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat het handgeschreven vermelden van het woord “margeregeling” op een verklaring niet voldoende is om die verklaring als een geldige inkoopverklaring te laten kwalificeren.
De rechtbank laat de naheffingsaanslagen BTW dan ook in stand. De verzuimboeten (10% van de nageheven BTW) vermindert de rechtbank omdat de naheffingsaanslagen al een grote impact hadden, doordat de verschuldigde BTW hoger is dan de gerealiseerde winstmarge, met als gevolg de handelaar verlies lijdt op de transacties.