Hof Den Bosch heeft beslist dat geen inkomstenbelasting mag worden geheven over fictief inkomen uit een niet-verhuurde tweede woning.
Kerstarrest
Het Hof baseert zich uiteraard op het Kerstarrest van de Hoge Raad uit 2021. Daar besliste de Hoge Raad dat het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) niet hoger mag worden vastgesteld dan het daadwerkelijk met het vermogen behaalde rendement.
Vakantiewoning
De zaak betreft een in Duitsland woonachtige mevrouw, die eigenaresse is van een in Nederland gelegen vakantiewoning, die zij niet verhuurt. Mevrouw is voor de in Nederland gelegen woning buitenlands belastingplichtig. De Belastingdienst berekent over de WOZ-waarde van de vakantiewoning een fictief inkomen en heft daarover inkomstenbelasting.
Dat is, aldus het Hof, niet in overeenstemming met het Kerstarrest. Alleen de feitelijk genoten huur (en eventuele andere directe inkomsten uit de woning) hoort te worden belast en die bedraagt in deze zaak € 0. Sterker nog mevrouw maakte alleen maar kosten voor het bezit van de woning. Het Hof is daarnaast van mening dat de (ongerealiseerde) waardestijging van de woning niet meetelt voor het bepalen van het daadwerkelijke rendement van de woning.
Zomer
Eén zwaluw maakt nog geen zomer, zo luidt het spreekwoord. Zo ook in deze zaak. De Belastingdienst zal ongetwijfeld cassatie aantekenen tegen de uitspraak van het Hof om aan de Hoge Raad de vraag te kunnen voorleggen of (ongerealiseerde) waardestijgingen tot het te belasten rendement moeten worden gerekend. Inmiddels hebben diverse belastingrechters hierover beslist, met wisselende uitkomsten. Het is derhalve hoog tijd dat de Hoge Raad duidelijkheid brengt, maar we vermoeden dat dit nog wel een poos op zich laat wachten.
We eindigen daarom, zoals bij elke soap, met: wordt vervolgd!