Het normbedrag voor het gebruikelijk loon is voor 2016 (ongewijzigd ten opzichte van 2014 en 2015) vastgesteld op € 44.000. Er zit voor de directeur-grootaandeelhouder (DGA) voor 2016 derhalve helaas geen salarisverhoging in. Tenminste wanneer diens salaris gelijk is aan de norm van het gebruikelijk loon.
Gebruikelijk loon
Het gebruikelijk loon is het bruto loon dat in de meest met die van de DGA vergelijkbare dienstbetrekking aan de werknemer wordt betaald. Het bruto salaris van de DGA moet tenminste 75% van dit gebruikelijk loon bedragen (tot en met 2014 moest in plaats van 75% minstens 70% worden uitbetaald aan de DGA). Dat kan uiteraard fors boven de norm van € 44.000 liggen. Als de DGA een bruto loon ontvangt dat lager is dan 75% van het gebruikelijk loon kan de Belastingdienst over het verschil loonbelasting naheffen.
Medisch specialisten die hun beroep via een persoonlijke houdstervennootschap uitoefenen, konden in 2015 met de Belastingdienst een vaststellingsovereenkomst sluiten op grond waarvan zij konden volstaan met uitbetaling van een bruto loon van € 120.000 (75% van € 160.000).
Een DGA-salaris lager dan € 44.000 is in specifieke situaties uiteraard ook mogelijk. De DGA moet dan aantonen dat met het lagere salaris toch aan de gebruikelijk loonregeling wordt voldaan.
Als het gebruikelijk loon € 5.000 of minder bedraagt en niet aan de DGA wordt uitbetaald, hoeft geen loonbelasting te worden afgedragen.
DGA
DGA is in het kader van de gebruikelijk loonregeling degene die arbeid verricht ten behoeve van een lichaam (meestal een B.V., maar de gebruikelijk loonregeling geldt ook ten aanzien van een coöperatieve vereniging) waarin hij een aanmerkelijk belang houdt. De werknemer houdt een aanmerkelijk belang wanneer hij 5% of meer van het geplaatste kapitaal van een B.V. houdt (of 5% of meer in een bepaalde soort van de geplaatste aandelen). Ook de partner van de DGA moet minimaal 75% van het voor hem of haar geldende gebruikelijk loon uit het lichaam ontvangen.