De Belastingdienst heeft de tabel uitgebreid, die wordt gehanteerd voor de forfaitaire afdracht van de bij (terug)levering van stroom uit zonnepanelen verschuldigde BTW.
Tabel
De tabel liep tot een opwekvermogen van de zonnepaneelinstallatie van 10.000 Wattpiek. Dat wordt, zowel voor geïntegreerde als voor niet-geïntegreerde zonnepanelen, uitgebreid naar 15.000 Wattpiek. Daarnaast mag het forfait nu niet alleen worden toegepast bij zonnepanelen op de woning, maar ook bij zonnepanelen in de onmiddellijke nabijheid van de woning.
Voor installaties met een hoger opwekvermogen moet de werkelijk af te dragen BTW worden berekend op grond van de werkelijk aan het net geleverde elektriciteit. En die BTW moet dan ook bij het elektriciteitsbedrijf in rekening worden gebracht.
Vanaf 1-1-2023: 0%
Met ingang van 1 januari 2023 bedraagt het BTW-tarief voor de levering van zonnepanelen, bestemd om te worden geïnstalleerd op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen: 0%. Als elektriciteit wordt (terug)geleverd aan het net, is de exploitant van de zonnepanelen nog steeds BTW-ondernemer. Maar doordat op de aanschaf van de panelen geen BTW drukt, is er geen belang om BTW af te dragen.
Zo lang de totale omzet van de ondernemer op jaarbasis (dat is de omzet uit de zonnepanelen + andere omzet) niet meer bedraagt dan € 1.800 hoeft de zonnepaneelhouder zich niet als BTW-ondernemer bij de Belastingdienst te melden. Bij de forfaitaire afdracht op basis van de tabel hoort een omzet die minder bedraagt dan € 1.800. Bij een opwekvermogen van tussen 14.000 en 15.000 Wattpiek bedraagt het hoogste forfaitair af te dragen bedrag aan BTW € 300 wat, gezien het BTW-tarief van 21%, een (forfaitaire) omzet impliceert van € 1.428.