De fiscale faciliteiten voor expats worden worden ingeperkt. Dat is het gevolg van de aanvaarding van het door het Kamerlid Omtzigt ingediende amendement “versoberen 30%-regeling“. Helemaal definitief is de wijziging nog niet. Het amendement is aangenomen in de Tweede Kamer, maar de belastingplannen zijn nog niet aangenomen door de Eerste Kamer (de stemming over deze voorstellen in de Eerste Kamer is voorzien op 19 december 2023).
Versoberen 30%-regeling
De 30%-regeling is onderdeel van de loonbelasting en regelt dat aan expats, die aan de voorwaarden voldoen, zonder verdere onderbouwing een belastingvrije vergoeding kan worden uitbetaald van maximaal 30% van de beloning van de expat. Deze vergoeding is bedoeld ter dekking van de zogeheten extraterritoriale kosten van de werknemer. Dat zijn de extra kosten die de expat maakt doordat hij of zij buiten het woonland werkt.
De versobering van de regeling houdt in dat de maximale belastingvrije vergoeding alleen in de eerste 20 maanden van de tewerkstelling van de expat in Nederland nog 30% bedraagt. In de volgende 20 maanden wordt het een 20%-regeling en in de laatste 20 maanden een 10%-regeling.
Expats die in het laatste tijdvak van 2023 de 30%-regeling genieten, vallen onder een overgangsregeling. Voor hen geldt, gedurende de nog resterende looptijd van hun 30%-regeling, de hiervoor beschreven versobering niet.
Fictieve buitenlandse belastingplicht
De expat mag, gedurende de periode waarin hij of zij de 30%-regeling geniet, er in het kader van de inkomstenbelasting voor kiezen om in Nederland te worden belast als buitenlands belastingplichtige. Dat heeft tot gevolg dat alleen bepaalde specifiek aangewezen, sterk met Nederland verbonden inkomensbestanddelen met inkomstenbelasting worden belast. Bijvoorbeeld de in Nederland of in het buitenland door de expat aangehouden bankrekeningen worden dan niet in Nederland belast als inkomen uit sparen en beleggen (box 3).
Deze keuzemogelijkheid vervalt met ingang van 1 januari 2025. Ook hier is er een overgangsregeling. Expats die in het laatste tijdvak van 2023 de 30%-regeling genieten, mogen nog tot 31 december 2026 kiezen voor fictieve buitenlandse belastingplicht (behalve uiteraard wanneer de termijn van hun 30%-regeling eerder eindigt).