De Belastingdienst meldt dat zij de eerste fase van het rechtsherstel inzake box 3 heeft afgerond. Wat is de stand van zaken? Welke actie kun je nog ondernemen?
Massaal bezwaar
De eerste fase betreft het aanpassen van de aanslagen voor de jaren 2017 tot en met 2020, waartegen tijdig (pro forma) bezwaar was aangetekend. Die bezwaarschriften liepen mee in de massaal bezwaarprocedure, die uiterlijk 4 augustus 2022 moest zijn afgewerkt.
Voor al deze aanslagen heeft de Belastingdienst uitgerekend of het rechtsherstel op basis van de forfaitaire spaarvariant tot een lager bedrag aan inkomstenbelasting leidt. Als dat het geval is, is een beschikking uitgereikt voor dit lagere bedrag. Belastingplichtigen voor wie de forfaitaire spaarvariant niet tot een lagere belasting leidt, zijn geïnformeerd met een brief.
Kunnen deze belastingplichtigen nog een vervolgactie doen? Ja: als zij van mening zijn een (hogere) vermindering te moeten ontvangen, kunnen zij bij de Belastingdienst een verzoek indienen om ambtshalve (verdere) vermindering van hun aanslag. Dat moet binnen 5 jaar na het einde van het belastingjaar waarop het verzoek betrekking heeft. Voor het belastingjaar 2017 moet een dergelijk verzoek uiterlijk 31 december 2022 door de Belastingdienst zijn ontvangen. Als dit verzoek wordt afgewezen, kan beroep worden aangetekend bij de rechtbank.
Fase 2: aanslagen 2021
Met ingang van 22 augustus 2022 start de Belastingdienst met fase 2. In die fase worden de aanslagen inkomstenbelasting over 2021 opgelegd, waarin inkomen uit sparen en beleggen (box 3) is begrepen. Indien de berekening van het inkomen uit box 3 op basis van de forfaitaire spaarvariant tot een lager bedrag aan belasting leidt, dan de berekening op grond van de wet, wordt de aanslag vastgesteld overeenkomstig de forfaitaire spaarvariant.
Kunnen belastingplichtigen actie ondernemen? Uiteraard: zij moeten dan tijdig (pro forma) bezwaar indienen tegen de definitieve aanslag. Een bezwaarschrift is tijdig indien het is ingediend binnen 6 weken na de dagtekening van het aanslagbiljet.
Fase 3: aanslagen 2017 – 2020
In fase 3 (volgens de planning vanaf medio september) past de Belastingdienst zo nodig de aanslagen voor de jaren 2017 tot en met 2020 aan, die op 24 december 2021 definitief zijn opgelegd, maar op dat moment nog niet onherroepelijk vaststonden. Aanslagen stonden nog niet onherroepelijk vast indien op 24 december 2021 de bezwaartermijn nog liep.
Voor de eventuele actie tegen deze aanslagen geldt hetzelfde als hiervoor is vermeld bij fase 1. Indien tegen deze aanslagen op tijd bezwaar is ingediend, zal de Belastingdienst uitspraak doen op het bezwaarschrift. In dat geval kan niet de bij fase 1 beschreven weg worden gevolgd, maar moet beroep worden aangetekend bij de rechtbank.
Verdeling
In een aantal situaties kan een andere verdeling van de grondslag van het inkomen uit sparen en beleggen tussen fiscaal partners een extra fiscaal voordeel opleveren. Op een gewijzigde verdeling kan nog een beroep worden gedaan zo lang de (navorderings)aanslag niet onherroepelijk vaststaat.
Zinvol?
Een belangrijke vraag is natuurlijk of het zinvol is om (opnieuw) (pro forma) bezwaar of een verzoek om ambtshalve vermindering in te dienen. Die vraag is op dit moment lastig te beantwoorden. De Hoge Raad heeft in het kerstarrest geen enkele aanwijzing gegeven omtrent hoe het werkelijke inkomen uit sparen en beleggen moet worden bepaald. Het is daarom niet te voorspellen of de Hoge Raad de door het Kabinet gekozen forfaitaire spaarvariant zal accepteren.