Uit de problemen met de website van de Belastingdienst op de eerste dag (1 maart) waarop de online aangiften inkomstenbelasting voor particulieren werden opengesteld, blijkt dat de Nederlanders weer staan te popelen om hun jaarlijkse aangifte in te dienen. Dat moet ook wel om er voor te zorgen dat de te ontvangen euro’s vóór 1 juli op de bankrekening staan. Die problemen, alsmede de melding op de website van de Belastingdienst, luidend dat het op bepaalde tijden druk kan zijn, met als gevolg dat belastingplichtigen wordt verzocht om later terug te komen, zijn zorgelijk. Verwacht mag immers worden dat vooral tegen 1 april en 1 mei weer veel mensen tegelijk (nog net even op tijd) hun aangifte in zullen willen dienen. Het beste advies lijkt dan ook om niet tot het allerlaatste moment te wachten.
Zoals elk jaar heeft de Belastingdienst een aantal thema’s bekend gemaakt, die bij de beoordeling van de aangiften extra aandacht zullen krijgen. Of deze thema’s ook daadwerkelijk speciale aandacht krijgen, zal moeten blijken. Natuurlijk laat de fiscus in dit verband zeker niet het achterste van haar tong zien. En bekend is ook dat de capaciteit om aangiften daadwerkelijk aan een onderzoek te onderwerpen, beperkt is. Voorop staat de op elke belastingplichtige rustende plicht om desgevraagd duidelijk, stellig en zonder voorbehoud aangifte te doen.
Speciale aandacht is er bij de beoordeling van aangiften inkomstenbelasting 2014 voor:
* de aftrek van specifieke zorgkosten;
* de aftrek van levensonderhoud van kinderen jonger dan 21 jaar;
* de aftrek van onderhoudskosten van rijksmonumenten;
* buitenlandse pensioenen (België en Duitsland):
* buitenlands vermogen.
Bij aangiften van ondernemers is er daarnaast speciale aandacht voor de beoordeling van de zakelijkheid van de kosten. Toen naar aanleiding van een pilot bij 360 ondernemers op dit punt voor maar liefst € 1,3 miljoen aan correcties werden aangebracht, werd dit onderdeel van de aangifte al in 2013 een controlethema van de Belastingdienst. Een ander al vanuit 2013 bekend controlethema betreft de op de balans van de onderneming openstaande BTW-schulden.
Welke kosten zijn zakelijk?