Expats die fiscaal inwoner van Nederland worden, mogen persoonsgebonden aftrekposten ten laste van hun inkomen brengen. Die kosten moeten ze dan wel ná hun immigratie hebben betaald.
Studiekosten
De zaak waarover de Rechtbank Noord Holland heeft geoordeeld, betreft de aftrek van scholingsuitgaven. Deze aftrekpost is per 1 januari 2022 afgeschaft. In plaats daarvan is de STAP-regeling gekomen (zie ons artikel We kunnen weer STAPpen). De beslissing van de Rechtbank is daarom alleen nog van belang voor de persoonsgebonden aftrekposten die nog wel bestaan. Dat zijn: uitgaven voor onderhoudsverplichtingen (partneralimentatie), specifieke zorgkosten, weekenduitgaven voor gehandicapten en aftrekbare giften.
Vóór immigratie
Het ging bij de Rechtbank Noord Holland om een in China wonende vrouw, die zich op 25 maart 2017 inschreef voor een opleiding aan een Nederlandse universiteit. Om deze studie te kunnen volgen, komt de vrouw op 26 augustus 2017 naar Nederland. Het collegegeld betaalt zij op 21 augustus 2017 (die betaling moest uiterlijk op 31 augustus 2017 hebben plaatsgevonden, maar het voor het inreizen in Nederland vereiste visum werd pas verleend nadat het collegegeld was betaald).
In haar Nederlandse aangifte inkomstenbelasting over 2017 (een M-biljet) claimt de Chinese aftrek van scholingsuitgaven voor het bedrag van het betaalde collegegeld. De Belastingdienst weigert deze aftrek omdat de kosten zijn betaald voordat mevrouw inwoner is van (en dus belastingplichtig is in) Nederland. De rechtbank is het met de Belastingdienst eens: het moment waarop het collegegeld naar de universiteit is overgemaakt, is beslissend. Dat het collegegeld betrekking heeft op de studieperiode in Nederland doet daar niet aan af.