De Minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid acht het nodig om de arbeidsmarkt grondig te wijzigen. Zij heeft daarvoor een pakket samengesteld en voorgelegd aan de Tweede Kamer. Hieronder kort samengevat wat de minister van plan is.
Geen oproepkrachten meer mogelijk
Iedereen moet de zekerheid krijgen van vaste uren. Nul-urencontracten als ook min-/maxcontracten worden verboden. Alle werknemers krijgen vaste uren.
Geen draaideurconstructie bepaalde tijd contracten
Na drie contracten voor bepaalde tijd bij dezelfde werkgever kan er pas na een tussenperiode van vijf jaar weer een nieuwe ronde van bepaalde tijd contracten volgen. Nu is het zo dat wanneer je drie contracten voor bepaalde tijd bent aangegaan en vervolgens meer dan zes maanden er geen contract is aangegaan, partijen wederom drie contracten voor bepaalde tijd kunnen aangaan. Deze langere onderbrekingstermijn zal ook gaan gelden voor uitzendkrachten. De minister schrapt bovendien de huidige mogelijkheid om bij cao af te wijken van duur en aantal contracten.
Seizoenswerk
Voor seizoenswerk blijven de bestaande mogelijkheden het uitgangspunt. Dit betekent dat de tussenpoos kan worden verkort tot 3 maanden als sprake is van terugkerend tijdelijk werk dat ten hoogste 9 maanden per jaar kan worden verricht. Dat kan bij cao. En op verzoek van de Stichting van de Arbeid kan de minister functies bij ministeriële regeling aanwijzen.
Arbeidscommissie
In de plannen wordt aanbevolen om een arbeidscommissie in het leven te roepen om de toegang tot het recht te verbeteren. Deze commissie zou ervoor moeten zorgen dat alle “kwetsbare” werknemers op een laagdrempelige manier toegang krijgen tot het recht.
Uitzondering premiedifferentiatie (hoge/lage WW-premie)
In de premiedifferentiatie WW is voor vaste contracten geregeld dat overwerk tot en met 30 procent van het aantal contracturen mogelijk is onder de lage WW-premie. Indien er gemiddeld over het jaar meer dan 30 procent wordt overgewerkt is de werkgever met terugwerkende kracht de hoge WW-premie verschuldigd. Op deze hoofdregel wordt een uitzondering opgenomen voor voltijdscontracten. Voor contracten met een gemiddelde arbeidsomvang van minimaal 35 uur per week geldt de zogenaamde 30% herzieningssituatie niet.
Deeltijd-WW in crisistijd
Ondernemingen moeten in tijden van crisis snel kunnen schakelen. De regeling zal daarom gericht zijn op het opvangen van crises en calamiteiten die buiten het reguliere ondernemersrisico vallen. Daaronder verstaat wordt verstaan; kleinschalige calamiteiten, zoals we die kennen uit de regeling Werktijdverkorting (WTV), en grotere crises zoals de Covid-19-pandemie.
Werkgevers krijgen daarom de mogelijkheid om werknemers tijdelijk in een andere functie of op een andere locatie te laten werken, of om werknemers tijdelijk minder te laten werken ten tijde van crisis of calamiteiten. Voor de uren dat er minder gewerkt wordt, kan gebruik gemaakt worden van een tegemoetkoming. Deze tegemoetkoming werd deeltijd-WW genoemd maar de minister acht het niet wenselijk om de WW-rechten van werknemers aan te tasten vandaar dat het een andere “tegemoetkoming” wordt.
Na 1 jaar ziekte werknemer duidelijkheid
Kleine en middelgrote werkgevers (tot en met 100 werknemers) kunnen al na één ziektejaar van een werknemer duidelijkheid krijgen over de mogelijkheid van duurzame vervanging van deze werknemer. Dit betekent overigens niet dat je als werkgever na 1 jaar ziekte al afscheid kan nemen van de werknemer. Het betekent wel dat de focus in het tweede ziektejaar voornamelijk op werk bij een andere werkgever zal liggen.
Uitzendkrachten meer zekerheid
Een uitzendkracht zal sneller een contract met meer zekerheid krijgen (namelijk na 52 gewerkte weken). Nu gelden er vaak nog bijzondere regels ten aanzien van het aantal contracten en het einde van het contract voor een uitzendkracht.
Verplichte certificering uitzendbedrijven
Uitleners wordt verplicht gesteld om een certificaat te hebben en inleners mogen alleen nog werken met gecertificeerde uitleners. De Nederlandse Arbeidsinspectie zal toezien op de naleving van de certificeringsplicht.
ZZP’er verplicht verzekerd
Als de plannen van de minister doorgaan dan moeten zelfstandigen verplicht een arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten zodat zij een vangnet hebben ingeval van ziekte.
Duidelijkheid omtrent werken als ZZP’er of werknemer
De regels rondom de kwalificatie van de arbeidsrelatie gaan verduidelijkt worden. De minister is voornemens de wet daarop aan te passen en daarbij een koppeling aan een uurtarief te maken. De tariefgrens hiervan wordt nog nader bepaald (mogelijk tarief tussen de € 30 en € 35). Een uurloon onder de tariefgrens zal dan een indicatie zijn dat er sprake is van een werknemer in plaats van een zelfstandige.
Tot slot wil de minister de handhaving op schijnzelfstandigheid op de korte termijn verbeteren en versterken. Hoe en op welke manier is nog niet duidelijk.
Al met al weer een aantal plannen waar het nog maar de vraag van is of deze uiteindelijk wetgeving worden en of daarmee de daadwerkelijke problemen zullen worden opgelost. Zeer recent, namelijk in 2020, is de Wet werk en zekerheid ingevoerd welke eveneens het doel had om de positie van flexwerkers te verbeteren alsmede de arbeidsmarkt. Blijkbaar heeft die wet niet gewerkt gezien alle nieuwe plannen.