Het verlaagde BTW-tarief is per 1 januari 2019 opgehoogd naar 9%. Maar dat is nog altijd fors lager dan het algemene tarief van 21%. Reden voor ondernemers om te (laten) onderzoeken of hun prestaties (deels) onder het verlaagde BTW-tarief kunnen worden geschaard. Het toepasselijke BTW-tarief is uiteraard alleen echt van belang wanneer de afnemer de BTW niet mag aftrekken.
Verkoop van slaapkamerprodukten
Bij Hof Arnhem-Leeuwarden stelt een ondernemer dat hij verschillende prestaties verricht. Via showrooms in België en Nederland, alsmede via een aantal websites:
- verricht hij de dienst van proefslapen;
- verkoopt hij cadeaubonnen;
- verkoopt hij (slaapkamer)produkten.
Niet kunstmatig spliten
Het Hof verwijst naar een arrest van de Hoge Raad uit 2012. Daarin heeft de Hoge Raad uitgemaakt dat bij het tegelijkertijd verrichten van twee (of meer) prestaties niet een kunstmatige splitsing mag worden aangebracht. Als sprake is van een hoofdprestatie moeten bijkomende prestaties daar aan worden toegerekend. Een prestatie is bijkomend wanneer deze geen doel op zich is, maar een middel om de hoofdprestatie zo aantrekkelijk mogelijk te maken.
Proefslapen
Het proefslapen houdt in dat de klant gekochte producten 14 dagen mag uitproberen en desgewenst kosteloos mag retourneren. Het Hof oordeelt dit geen prestatie op zich is, maar enkel een prestatie om de verkoop van de producten aantrekkelijker te maken. Het proefslapen gaat daarom voor de BTW op in de verkoop van de producten.
Cadeaubon
Met de cadeaubon beoogt de ondernemer de producten vrij van BTW te kunnen leveren. Het Hof oordeelt dat het de klant gaat om de koop van de producten; niet om de cadeaubon. De cadeaubon kan uitsluitend worden ingewisseld voor een compleet nieuw bed. De klant betaalt de prijzen voor deze producten. De aantrekkelijkheid van de cadeaubon ligt, aldus het Hof, uitsluitend in de vrijstelling waarvan de ondernemer meent dat die er aan is gekoppeld. De truc met de cadeaubon leidt er niet toe dat over de geleverde producten geen BTW is verschuldigd.
Matrassen
Van een aantal matrassen betoogt de ondernemer dat op de levering het verlaagde BTW-tarief van toepassing is. Het Hof stelt voorop dat, op basis van vaste rechtspraak, op de ondernemer de bewijslast rust, dat het verlaagde tarief van toepassing is.
Het lukt de ondernemer niet om het Hof er van te overtuigen dat het gaat om de antidecubitusmatrasen en allergeenvrije (matras)hoezen, zoals die worden omgeschreven in post a.37 van Tabel I bij de Wet OB. Alle leveringen zijn daarom onderworpen aan het algemene BTW-tarief (21%).