Een bouwterrein is geen woning

Gepubliceerd op: 31 juli 2024

Dat beslist Rechtbank Zeeland-West-Brabant in een zaak waarin ter discussie staat of de overdrachtsbelasting moet worden berekend tegen het 2%-tarief.

In de zaak staat vast dat sprake is van de verwerving van een onroerende zaak, derhalve van een belastingplichtig feit voor de heffing van overdrachtsbelasting. Ook is tussen partijen niet in geschil dat hetgeen is verworven een perceel grond is. De notaris heeft een aangifte overdrachtsbelasting ingediend, waarop deze belasting is berekend tegen het normale tarief van 10,4%.

Belanghebbende maakt tegen deze afdracht bezwaar omdat hij van mening is dat veel lagere tarief van 2% moet worden toegepast. De Rechtbank wijst dit resoluut van de hand met een verwijzing naar de wetsgeschiedenis, waarin staat geschreven: “Als woning zijn in ieder geval niet aan te merken: ( …..) – grond bestemd voor woningbouw.“. De met objectief bewijs onderbouwde intentie van belanghebbende om op het perceel een woning te bouwen, doet hieraan niet af.

Ook het beroep op de definitie van het begrip bouwterrein voor de BTW wordt door de Rechtbank van de hand gewezen. De rechtspraak die in het kader van de BTW is gewezen, kan niet worden toegepast op de overdrachtsbelasting.

Vervolgens wordt de “menselijke maat” als argument ingebracht. Daarvan overweegt de Rechtbank dat die alleen kan worden gehanteerd binnen de kaders van wet- en regelgeving. Voor zover belanghebbende wil betogen dat het niet toepassen van het 2%-tarief inbreuk maakt op het ongestoorde genot van zijn eigendom (met verwijzing naar het EVRM) overweegt de Rechtbank dat de wetgever met de definitie van het begrip woning haar ruime beoordelingsmarge niet heeft overschreden.

Voor zover belanghebbende heeft willen stellen dat de heffing tegen het 10,4%-tarief voor hem een buitensporige last is, heeft hij deze stelling niet onderbouwd. De Rechtbank hoeft er daarom geen oordeel over te vellen.

Als met al een dappere poging waarvan de kans van slagen, mede gezien de duidelijke wetsgeschiedenis, niet al te groot leek. Wij zijn benieuwd of belanghebbende hoger beroep zal aantekenen.

Andere artikelen