Is een auto verplicht privé- of ondernemingsvermogen? De Rechtbank Noord-Nederland bevestigt dat al snel sprake is van keuzevermogen
Vermogensetikettering
Deze vraag speelt in het kader van de vermogensetikettering. IB-ondernemers moeten bepalen of bedrijfsmiddelen behoren tot hun:
- verplicht privévermogen;
- verplicht ondernemingsvermogen;
- keuzevermogen (de ondernemer mag dan kiezen of het bedrijfsmiddel tot het prive- of het ondernemingsvermogen wordt gerekend).
Als je onderneming wordt gedreven in de vorm van een rechtspersoon – meestal is dat dan een BV – speelt dit leerstuk niet. De BV is zelfstandig drager van rechten en plichten. De auto is ondernemingsvermogen wanneer de BV eigenaar is. Als de auto moet worden overgeheveld van het vermogen van de BV naar het privévermogen, verkoopt de BV de auto aan haar aandeelhouder. Andersom kan de aandeelhouder een auto uiteraard ook aan de BV verkopen.
(Nagenoeg) uitsluitend
Uit de rechtspraak kan worden afgeleid dat het beslissende criterium luidt: (nagenoeg) uitsluitend. Dit criterium wordt gekwantificeerd als: voor 90% of meer. Wordt een bedrijfsmiddel (nagenoeg) uitsluitend zakelijk gebruikt, dan is sprake van verplicht ondernemingsvermogen. Bij 90% of meer privégebruik hoort het bedrijfsmiddel tot het verplicht privévermogen.
In alle andere gevallen is sprake van keuzevermogen. De ondernemer moet de keuze dan maken in het jaar waarin het bedrijfsmiddel in gebruik wordt genomen. In latere jaren mag die keuze alleen worden herzien wanneer sprake is van bijzondere omstandigheden. De etikettering moet uiteraard worden herzien wanneer op enig moment sprake is van verplicht privé- of ondernemingsvermogen.
500 kilometer
In de zaak die bij Rechtbank Noord-Nederland aan de orde komt, rijdt de ondernemer een Toyota Prius. De Belastingdienst heeft vastgesteld dat in 2012 met de Prius in totaal 22.035 kilometers zijn gereden. Van 1.870 kilometers is vastgesteld dat ze zakelijk zijn. Dat betekent dat bijna 8,5% van de kilometers zakelijk zijn gereden. Dat is minder dan 10%, waardoor de auto (nagenoeg) uitsluitend, immers voor meer dan 90%, niet-zakelijk wordt gereden en sprake is van verplicht privévermogen.
De ondernemer wil de Prius rekenen tot het vermogen van zijn eenmanszaak. De rechtbank is het met de ondernemer eens dat de Hoge Raad in een arrest uit 2001 heeft aangesloten bij het aantal privékilometers van de bijtellingsregeling (als een ondernemer 500 of meer privékilometers met de auto van de zaak rijdt, moet voor het privégebruik een forfaitaire bijtelling worden gedaan bij de winst). Met 1.870 zakelijke kilometers overschrijdt de ondernemer ruim de 500 kilometer. De rechtbank beslist dat de Prius daarom kwalificeert als keuzevermogen en derhalve, conform de wens van de ondernemer, kan worden geëtiketteerd als vermogen van de eenmanszaak. Het komt ons voor dat de Belastingdienst in deze zaak een beetje heeft geprocedeerd tegen beter weten in.