De Eerste Kamer heeft op 15 december 2020 alle wetsvoorstellen in het kader van de Belastingplannen voor 2021 aanvaard. Het Ministerie van Financiën heeft een overzicht gemaakte van de belangrijkste wijzigingen.
BIK
Dat betekent dat de Baangerelateerde InvesteringsKorting (BIK) wordt ingevoerd. De tegemoetkoming bedraagt 3,9% (boven € 5.000.000: 1,8%) van het investeringsbedrag. Met de BIK moet het doen van investeringen worden aangejaagd.
De regeling voor de fiscale eenheid moet nog door de Europese Commissie worden goedgekeurd. Als die goedkeuring er niet komt, worden de percentages van de BIK verhoogd. De tegemoetkoming bedraagt dan 5% over de eerste € 5.000.000 aan investeringen en daarboven 2,08%.
Wil je weten hoe de BIK precies werkt? Lees onze factsheet.
In een brief van 28 mei 2021 heeft de Staatssecretaris van Financiën laten weten dat het wetsvoorstel waarin de BIK zou worden geregeld, is ingetrokken.
De BIK wordt derhalve definitief NIET ingevoerd.
Vrijgesteld schenken
De vrijstellingen voor de schenkbelasting gelden per kalenderjaar. Je kunt derhalve eind 2020 belastingvrij schenken onder de vrijstelling van 2020 en direct aan het begin van 2021 onder de vrijstelling van 2021. De vrijstellingen voor kinderen en voor overige verkrijgers zijn in 2021 eenmalig met € 1.000 extra opgehoogd.
| 2020 | 2021 | |
| Kinderen | € 5.515 | € 6.604 |
| Kinderen 18-40 jaar eenmalig | € 26.457 | € 26.881 |
| Idem voor studie eenmalig) | € 55.114 | € 55.996 |
| Idem voor woning (eenmalig) | € 103.643 | € 105.302 |
| Overige verkrijgers | € 2.208 | € 3.244 |
Wil je meer weten over de vrijstellingen in de schenkbelasting? Lees onze factsheet.
Box 3 (inkomen uit sparen en beleggen)
Zoals elk jaar bestaat het overzicht van Financiën uit een scala aan minieme wijzigingen van tarieven en vrijstellingen. Daarmee zullen we je niet vermoeien.
Bij het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) wordt in 2021 rekening gehouden met een hoger heffingvrij vermogen: € 50.000 per fiscaal partner (dat was in 2020: € 30.846). Maar nog steeds zijn de forfaitaire tarieven, vooral voor mensen met spaargeld, fors:
| Vermogen box 3 (boven het heffingvrij vermogen) | Forfaitair rendement | |
| Schijf 1 | tot € 50.000 | 1,90% |
| Schijf 2 | van € 50.000 tot € 950.000 | 4,50% |
| Schijf 3 | boven € 950.000 | 5,69% |
Het tarief in box 3 wordt ietsje verhoogd: van 30% naar 31%.
In veel gevallen loont het nog steeds om in box 3 belast vermogen over te brengen naar een spaargeld-BV. Zie ook ons artikel Kan de spaar-BV worden opgeheven?
Overdrachtsbelasting
Deze belasting betaal je wanneer je onroerend goed verkrijgt. Het tarief wordt per 1 januari 2021 verhoogd van 6% naar 8%. Voor woningen met een waarde tot € 400.000 geldt een lager tarief: 2%. En je moet in de woning gaan wonen (als je een vakantiewoning koopt, betaal je 8% overdrachtsbelasting.
Het SRA heeft Staatssecrataris Vijlbrief verzocht om de ingang van deze maatregel uit te stellen.