Aan werknemers die worden ontslagen, moet de werkgever in de meeste gevallen de transitievergoeding betalen. Dat moet ook wanneer de werknemers worden ontslagen omdat de onderneming van de werkgever wordt beëindigd.
Transitievergoeding
De regels omtrent de transitievergoeding beschrijven we in ons artikel Verhoging en wijzigingen transitievergoeding 2018. De maximale transitievergoeding ligt inmiddels een stukje hoger. Voor 2021 bedraagt dit maximum namelijk € 84.000.
Compensatie voor arbeidsongeschikte werknemer
De mogelijkheden voor compensatie van de transitievergoeding zijn al in 2018 genoemd (zie ons artikel Compensatie transitievergoeding). Op 1 april 2020 is de eerste daarvan in werking getreden.
Werkgevers worden door de overheid gecompenseerd voor de transitievergoeding die ze betalen aan werknemers die worden ontslagen op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid. Daarmee hoeven werkgevers de zogeheten slapende dienstverbanden van deze werknemers niet langer in stand te houden.
Compensatie bij einde onderneming
Per 1 januari 2021 is daar bijgekomen de compensatie voor de transitievergoeding in verband met het ontslag van werknemers doordat de werkgever de onderneming beëindigt. Het gaat om de situatie waarin de onderneming wordt beëindigd in verband met de pensionering of het overlijden van de werkgever. De compensatie bij bedrijfsbeëindiging in verband met arbeidsongeschiktheid of ziekte van de werkgever volgt op een later tijdstip.
De voorwaarden voor de compensatie zijn:
- de arbeidsplaatsen moeten vervallen in verband met de beëindiging van de onderneming ;
- het moet gaan om een kleine werkgever (minder dan 25 werknemers, waarbij wordt gekeken naar het aantal werknemers, niet naar fte’s);
- de eigenaar van de onderneming bereikt de AOW-gerechtigde leeftijd binnen 6 maanden na het indienen van het eerste verzoek om toestemming voor de ontbinding van een arbeidsovereenkomst;
- uiterlijk 12 maanden na het overlijden van de ondernemer is een verzoek ingediend om toestemming voor het beëindigen van een (of meer) arbeidsovereenkomst(en);
- de transitievergoeding is daadwerkelijk aan de betreffende werknemer(s) uitbetaald;
- de ondernemer is op het moment van het indienen van het eerste verzoek om beëindiging van een arbeidsovereenkomst minstens 2 jaar aan de onderneming verbonden;
- er is aan de werkgever niet al compensatie verstrekt in verband met de beëindiging van een andere onderneming (de compensatie wordt niet nogmaals verstrekt bij de latere beëindiging van een andere onderneming van dezelfde ondernemer).
De compensatie kan niet terugwerkend worden genoten. Uitsluitend vergoedingen die op of na 1 januari 2021 door de werkgever worden verstrekt, komen voor compensatie in aanmerking.