Het Kabinet heeft plannen om de compensatie van de transitievergoeding af te schaffen voor organisaties met meer dan 24 werknemers. Dit zou per 1 juli 2026 moeten ingaan (de internetconsultatie van het wetsvoorstel is onlangs gesloten).
De reden voor de afschaffing is dat het Kabinet van (middel)grote ondernemingen verwacht dat ze in staat zijn de transitievergoeding te betalen zonder dat daar vanuit de overheid een compensatie tegenover staat. Het voorstel is onderdeel van het regeerprogramma en moet een structurele bezuiniging opleveren van € 380 miljoen.
Langdurig zieke werknemer
Het gaat om de compensatie van de transitievergoeding die is verschuldigd wanneer de werkgever een langdurig zieke werknemer ontslaat. De regeling is in het leven geroepen om de zogeheten “slapende dienstverbanden” op te lossen. Werkgevers ontsloegen werknemers die meer dan 2 jaar ziek waren niet formeel om te voorkomen dat ze de transitievergoeding moesten betalen.
Voorwaarden om in aanmerking te komen voor de compensatie zijn:
- de werknemer is ontslagen wegens langdurige ziekte;
- de werknemer had op grond van de wet recht op de transitievergoeding;
- de werkgever heeft de volledige transitievergoeding daadwerkelijk aan de werknemer uitbetaald.
Het UWV betaalt de compensatie pas uit nadat de werkgever overtuigend heeft aangetoond dat aan deze voorwaarden is voldaan. De vergoeding moet bij het UWV worden aangevraagd binnen 6 maanden nadat de transitievergoeding volledig aan de werknemer is uitbetaald.
Pensionering of overlijden
Voor kleine werkgevers (tot en met 24 werknemers) is er ook een regeling voor compensatie van de transitievergoeding wanneer werknemers moeten worden ontslagen door de pensionering of het overlijden van de ondernemer. Ook dan moet de werkgever aantonen de wettelijke transitievergoeding daadwerkelijk te hebben betaald. De compensatie moet dan binnen 12 maanden na die betaling bij het UWV zijn aangevraagd.