BTW privégebruik auto

Gepubliceerd op: 15 januari 2015

20150115_autos btw privegebruik_VWGNijhof

In de laatste BTW-aangifte van het jaar moet, zoals wij in een eerder artikel al kort aangaven, worden verwerkt de correctie voor het privégebruik van een personenauto. Als de auto tot het BTW-ondernemingsvermogen wordt gerekend, mag gedurende het jaar alle op de auto(kosten) drukkende BTW worden afgetrokken (er van uitgaande dat uitsluitend met BTW belaste prestaties worden verricht). In de laatste aangifte van elk jaar moet deze aftrek worden gecorrigeerd, voor zover die betrekking heeft op het privégebruik van de auto.

In verreweg de meeste gevallen wordt deze privécorrectie gemaakt op basis van een goedkeuring van de Staatssecretaris van Financiën. Die houdt in dat de privécorrectie bedraagt 2,7% van de cataloguswaarde van de auto. De correctie wordt verlaagd naar 1,5% van de cataloguswaarde wanneer:
– terzake van de aanschaf van de auto geen BTW is afgetrokken;
– vanaf het vijfde jaar na het jaar waarin de ondernemer de auto in gebruik heeft genomen.

Vóór 1 juli 2011 was de BTW-correctie voor het privégebruik van personenauto’s gekoppeld aan de correctie voor de loon- en inkomstenbelasting. Het loslaten van deze koppeling heeft vooral gevolgen voor de auto’s waarvoor in de loon- en inkomstenbelasting geen of een verlaagd bijtellingspercentage geldt. Bijvoorbeeld voor een auto waarvoor ten aanzien van de correctie voor de loon- en inkomstenbelasting een bijtellingspercentage van nihil geldt, bedroeg de BTW-correctie ook nihil. Vanaf 1 juli 2011 moet voor deze auto een BTW-correctie van 2,7% (of 1,5%) van de cataloguswaarde worden gedaan.

In de huidige regeling bestaat daarvoor maar één escape: gebruik maken van de hoofdregel, waarvan met de hiervoor beschreven goedkeuring wordt afgeweken. Die hoofdregel is dat de BTW-correctie voor het privégebruik geschiedt op basis van:
– de daadwerkelijk met betrekking tot de auto afgetrokken BTW
– en het werkelijke aantal in het kalenderjaar met de auto gereden privékilometers.
Dit vereist echter wel een kilometeradministratie waaruit blijkt hoeveel zakelijke, respectievelijk privékilometers in een jaar met de auto zijn gereden. Of dat leidt tot een lagere BTW-correctie dan een correctie op basis van de goedkeuring, ligt aan de concrete omstandigheden. Van belang daarbij is mede dat alle kilometers die worden gereden in het kader van woon-werkverkeer voor de BTW kwalificeren als privékilometers, terwijl deze kilometers voor de loon- en inkomstenbelasting onder de zakelijke kilometers mogen worden verantwoord.

Als de auto voor de BTW tot het privévermogen van de ondernemer wordt gerekend, is aftrek van BTW uiteraard niet aan de orde. Ondanks de etikettering van de auto als privévermogen is toegestaan om de kosten van de auto tot het BTW-ondernemingsvermogen te rekenen. De op die kosten drukkende BTW is dan aftrekbaar, maar uiteraard moet de hiervoor beschreven correctie voor het privégebruik worden gemaakt (naar keuze op basis van de hoofdregel of de goedkeuring).

Het vorenstaande geldt uiteraard ook wanneer de personenauto aan een werknemer ter beschikking is gesteld. In dat geval is echter vaak sprake van een bijdrage van die werknemer in verband met diens privégebruik. Een dergelijke bijdrage is belast met BTW. Deze BTW moet in elk aangiftetijdvak uit de eigen bijdrage worden voldaan. Voor zover sprake is van een met BTW belaste eigen bijdrage, is een correctie van de aftrek van op de auto(kosten) drukkende BTW uiteraard niet aan de orde.

Andere artikelen