In de ter consultatie gelegde Eindejaarsregeling 2024 is opgenomen de BTW-herziening op investeringsdiensten. De bedoeling is dat deze regeling, waarvoor eerder ook al een internetconsultatie heeft plaatsgevonden, met ingang van 1 januari 2026 van kracht wordt.
BTW-aftrek
De (mate van) aftrek van BTW op ingekochte goederen en diensten wordt bepaald in het jaar van ingebruikname. Ten aanzien van ingekochte goederen wordt in de 4 (roerende goederen) respectievelijk 9 (onroerende goederen) jaren volgend op het jaar van ingebruikname beoordeeld of in die jaren de (mate van) aftrek afwijkt van het jaar van ingebruikname. Dat kan leiden tot aanvullende aftrek, maar ook tot het aan de Belastingdienst terugbetalen van (een deel van) de afgetrokken BTW.
Voor diensten kent de Nederlandse BTW-wetgeving een dergelijke herzieningsregeling niet. De (mate van) BTW-aftrek op ingekochte diensten staat daardoor na afloop van het jaar van ingebruikname van die diensten definitief vast.
Verbouwing
Diensten zijn alle prestaties die geen levering van een goed zijn. Een goed is in de BTW gedefinieerd als: “voor menselijk beheersing vatbare stoffelijke objecten, alsmede electriciteit, gas, warmte of koude en dergelijke”. De verbouwing van onroerend goed kwalificeert vaak als een dienst. Dat is alleen anders wanneer de verbouwing leidt tot de vervaardiging van een nieuw onroerend goed, wat volgens de Hoge Raad alleen het geval is indien “in feite sprake is van nieuwbouw”.
Grote en kostbare verbouwingen kwalificeren daardoor vaak niet als de levering van een goed, maar als een dienst. Dan is het gebruik in het jaar van de ingebruikname van de verbouwing beslissend voor de (mate van) aftrek van de op de verbouwing drukkende BTW. Wanneer het gebouw in het jaar van ingebruikname wordt gebruikt voor met BTW belaste handelingen, is de BTW volledig aftrekbaar. Later niet-belast gebruik leidt er niet toe dat de afgetrokken BTW (deels) moet worden terugbetaald.
Daardoor worden veel verbouwde woningen eerst gebruikt voor met BTW belaste short stay verhuur om na verloop van tijd toch regulier, vrijgesteld van BTW, te worden verhuurd. Door deze belastingbesparende opzet wordt een streep gezet met de invoering van de herzieningsregeling op diensten.
Herziening op investeringsdiensten
De voorgestelde regeling houdt in dat de (mate van) BTW-aftrek op investeringsdiensten wordt herzien wanneer het gebruik in de 4 jaren volgend op het jaar van ingebruikname wijzigt (er wordt dus niet aangesloten bij de herzieningstermijn voor onroerend goed). Wel geldt een drempel van € 30.000 per investeringsdienst. De BTW op investeringsdiensten tot deze drempel hoeft niet te worden herzien.
Kenmerk van een investeringsdienst is dat deze een duurzaam karakter draagt. Het gaat om diensten aan onroerende zaken, zoals het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden van deze zaken.