De Belastingdienst verstuurt de laatste dagen brieven over box 3. Moet je naar aanleiding van die brieven actie ondernemen?
2 brieven
Het gaat om 2 brieven:
- een brief voor mensen die in hun aangifte inkomstenbelasting over 2019 een inkomen uit sparen en beleggen (box 3) hebben aangegeven en die op 24 december 2021 nog geen onherroepelijke aanslag over 2019 hadden;
- een brief voor alle mensen die in de jaren 2021 tot en met 2023 een inkomen uit sparen en beleggen hebben aangegeven.
Brief over 2019
Als je op 24 december 2021 voor het jaar 2019 nog geen aanslag had ontvangen of die aanslag op dat moment nog niet onherroepelijk was, moeten je formele rechten veilig worden gesteld door middel van een verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag over 2019. Dat kan door middel van het bij de brief gevoegde formulier, dat met de eveneens bijgevoegde retourenvelop kan worden ingediend. LET OP: het verzoek (formulier) moet uiterlijk 31 december 2024 door de Belastingdienst zijn ontvangen. Zodra het formulier voor de opgaaf van het daadwerkelijk behaalde rendement gereed is (zie hierna), kan het verzoek worden aangevuld.
Een aanslag is onherroepelijk zodra de bezwaartermijn is verstreken, zonder dat bezwaar is aangetekend. De bezwaartermijn loopt gedurende de 6 weken na de dagtekening van de aanslag. Het moet wel gaan om de definitieve aanslag. Dat is de aanslag waarvan het aanslagnummer eindigt op H.96. De dagtekening van de aanslag wordt vermeld op het aanslagbiljet.
Voor het jaar 2020 hoeft (nog) geen actie te worden ondernomen. Een verzoek om ambtshalve vermindering van een aanslag kan namelijk worden ingediend tot 5 jaar na het belastingjaar. Voor het jaar 2020 kan dat derhalve tot uiterlijk 31 december 2025.
Doorgeven werkelijk rendement
Voor de jaren 2021 tot en met 2023 legt de Belastingdienst geen definitieve aanslagen op naar aanleiding van aangiften waarin inkomen uit sparen en beleggen (box 3) is aangegeven. De reden daarvan is dat de Hoge Raad heeft uitgemaakt dat de inkomstenbelasting niet over meer mag worden geheven dan het daadwekelijk rendement dat is behaald met de tot box 3 behorende bezittingen en schulden. Om aan de uitspraak van de Hoge Raad te kunnen voldoen, moeten belastingplichtigen aan de Belastingdienst doorgeven wat hun daadwerkelijk rendement in de betreffende jaren is geweest. Daarvoor ontwikkelt de Belastingdienst een formulier, dat (naar verwachting) eerst halverwege 2025 beschikbaar zal zijn (zie ook ons artikel Formulier box 3 komt pas in juni 2025).
De brieven die de Belastingdienst rondstuurt, zijn bedoeld om hierover te informeren. Naar aanleiding van deze brieven hoeft dan ook geen actie te worden ondernomen. Sterker nog: wanneer je de Belastingdienst nu een opgaaf stuurt van je werkelijke rendement, zal dit, ongeacht het jaar waarop het betrekking heeft, worden aangehouden en zul je in 2025 het verzoek krijgen de opgaaf nogmaals te doen met het formulier.
Werkelijk rendement
Cruciaal is natuurlijk wat precies wordt verstaan onder werkelijk rendement. Dat is nog niet helemaal duidelijk. De Hoge Raad heeft er wat over gezegd in haar arresten die we beschrijven in onze artikelen Hoge Raad verwerpt opnieuw forfaitaire heffing box 3 en Nog meer arresten over box 3. De verwachting is dat de nu nog resterende vragen deels zullen worden beantwoord in uitspraken die in de komende maanden zullen volgen. Duidelijk is al wel dat de regels die de Hoge Raad heeft geformuleerd voor lang niet iedereen zullen leiden tot minder in box 3 verschuldigde inkomstenbelasting.
Heb je vragen? Neem gerust contact met ons op.