Boxhoppen ja, saldinist nee

Gepubliceerd op: 17 december 2015

boxhoppen saldinist VWGNijhof

Boxhoppen is sinds 2001 een manier om de inkomstenbelastingdruk te optimaliseren. Met boxhoppen wordt gedoeld op het zodanig inrichten van inkomen en vermogen dat optimaal gebruik wordt gemaakt van de manier waarop de inkomstenbelasting wordt geheven.

Boxen

Voor de heffing inkomstenbelasting wordt het inkomen verdeeld over de volgende 3 boxen:
– box 1, met daarin (onder andere) winst, loon, overige werkzaamheden en de eigen woning;
– box 2, met het inkomen uit aanmerkelijk belang;
– box 3, met het overige inkomen.

In box 2 en 3 wordt de belasting berekend naar een vast tarief van 25%, respectievelijk 30%. In box 1 geldt een proportioneel tarief, wat inhoudt dat het tarief hoger is naarmate het inkomen hoger is.
In box 1 en 2 worden de daadwerkelijk genoten inkomsten belast. In box 3 is het inkomen gelijk aan 4% van de waarde van de tot die box behorende vermogensbestanddelen op 1 januari van het belastingjaar.

Saldinist

De wet kent een vaste volgorde van toerekening van inkomsten aan de boxen. Eerst wordt gekeken of een inkomensbestanddeel in box 1 wordt belast. Als dat niet het geval is, wordt bekeken of box 2 aan de orde is. Alle inkomensbestanddelen die geen plek in box 1 of 2 vinden, komen in box 3 terecht. Afgezien van vrijstellingen wordt een inkomensbestanddeel dus altijd in één van de 3 boxen belast.

Saldinisten denken hiervoor een oplossing te hebben gevonden. Zij nemen net voor de jaarwisseling contant geld op van hun bankrekeningen en storten dat geld net na de jaarwisseling weer terug op die rekeningen. Het contante geld geven zij in hun aangifte inkomstenbelasting niet aan als inkomen in box 3. Ten onrechte, aangezien ook contant geld, indien het op 1 januari meer bedraagt dan € 500, behoort tot de vermogensbestanddelen waarover in box 3 het forfaitaire rendement van 4% wordt berekend (waarover 30% inkomstenbelasting is verschuldigd). Dat op contant geld niet daadwerkelijk rendement wordt gerealiseerd, is niet van belang. Echt boxhoppen doen saldinisten overigens niet. Ze doen immers alsof ze out of the box hoppen!

Ongebruikelijke transactie

Komt de fiscus achter deze niet legale manie van boxhoppen? Als de saldinist de “truc” jaarlijks toepast, zit het opgenomen bedrag niet in de stand van de bankrekeningen zoals die jaarlijks door de bank aan de Belastingdienst wordt doorgegeven. Via die weg komt de Belastingdienst er dan meestal niet achter dat een deel van het vermogen niet in box 3 is aangegeven. Maar de bank moet ongebruikelijke transacties melden aan de Financial intelligence Unit (FIU). Een opname van cash geld van € 15.000 kwalificeert als een dergelijke ongebruikelijke transactie. De melding ongebruikelijke transactie (MOT melding) wordt door de FIU doorgespeeld naar de Belastingdienst. De FIOD is recent 6 strafrechtelijke onderzoeken gestart naar in totaal 11 saldinisten, die meerdere jaren achter elkaar rond de jaarwisseling bedragen van tussen € 100.000 en € 800.000 van hun bankrekeningen haalden.

Boxhoppen

Wie legaal wil boxhoppen moet de speciaal met het oog op boxhoppen in de wet opgenomen antimisbruikbepalingen goed in de gaten houden. Een de laatste jaren, onder meer als gevolg van de zeer lage spaarrentes, populaire legale manier van boxhoppen is het in een B.V. onderbrengen van spaargeld. Dat spaargeld hopt dan van box 3 naar box 2. Doordat in box 2 het daadwerkelijke rendement wordt belast, is de belastingdruk aanmerkelijk lager dan wanneer in box 3 over het forfaitaire rendement van 4% wordt geheven. Het ziet er naar uit dat deze legale manier van boxhoppen binnenkort minder aantrekkelijk wordt gemaakt. Bij de behandeling van de belastingplannen voor 2016 is in de Tweede Kamer namelijk een motie aangenomen op grond waarvan de Regering maatregelen moet nemen om de ongewenste vlucht uit box 3 een halt toe te roepen. Hoe deze maatregelen vorm gegeven worden, horen we volgend jaar. Zie ook onze eindejaarstips 2015.

Andere artikelen