Een van de onderdelen van een arbeidsovereenkomst is de verplichting van de werkgever om aan de werknemer het overeengekomen loon uit te betalen. De wet verplicht de werkgever om op het bruto loon de loonheffingen en premies in te houden. Het na inhouding resterende netto loon moet worden uitbetaald. Wanneer het netto loon aan de werknemer moet worden uitbetaald (in juridische termen: wanneer het netto loon opeisbaar is) zal in het algemeen blijken uit de arbeidsovereenkomst. Meestal bepaalt de arbeidsovereenkomst dat het loon per maand wordt uitbetaald, maar uitbetaling per week en per 4-weken komt ook regelmatig voor.
Boete
De wet¹ bepaalt dat de werkgever het loon direct na afloop van het overeengekomen tijdvak moet uitbetalen. Doet de werkgever dat niet en ligt de oorzaak van het niet op tijd betalen bij de werkgever, dan kan de werknemer een boete vorderen². Die boete wordt dan berekend met ingang van werkdag 4 na het moment waarop het netto loon uitbetaald had moeten zijn. De boete bedraagt van werkdag 4 tot en met 8: 5% per werkdag. Vanaf werkdag 5 bedraagt de boete 1% per werkdag. De boete wordt berekend over het niet op tijd betaalde bruto loon en kan maximaal oplopen tot 50% van het te laat uitbetaalde loon (dit maximum wordt bereikt na 33 werkdagen).
De rechter mag de op basis van de hiervoor beschreven regels berekende boete matigen wanneer hem dat billijk acht.
Loon in geld
De hiervoor beschreven boete kan worden gevorderd over te laat betaald regulier loon in geld. Derhalve bijvoorbeeld voor het te laat uitbetaald periodiek loon, voor te laat uitbetaald vakantiegeld en voor te laat uitbetaalde winstaandelen of provisies. Maar niet voor te laat uitbetaalde incidentele beloningen, zoals kostenvergoedingen, een (niet structurele) 13e maand, bonussen en dergelijke.
Als loon in natura te laat wordt verstrekt en dat niet door de werknemer is veroorzaakt, kan de werknemer alleen een verhoging vorderen indien die vergoeding bij overeenkomst is vastgesteld en redelijk is. De vergoeding kan ook door de rechter worden toegekend, indien en voor zover hij een dergelijke vergoeding billijk acht³.
__________________
¹ Artikel 7:623 BW
² Artikel 7:625 BW
³ Artikel 7:630 BW