De uitdaging waar het recht zich voortdurend voor ziet gesteld, is het aanpassen aan de voortdurend wijzigende maatschappelijke omstandigheden. Dat geldt ook voor voor de BTW, waarvoor de aanpassing aan de vele digitale ontwikkelingen een grote uitdaging vormt.
Zo dook een paar jaar geleden het digitale geld op, met als bekendste voorbeeld de bitcoin. Een Zweedse ondernemer, Hedqvist, wilde zijn bedrijf maken van het wisselen van bitcoins naar conventionele valuta (dollars, euro’s, ed.) en omgekeerd en vroeg de Zweedse fiscus of die handelingen met BTW moeten worden belast. Op 22 oktober 2015 heeft het Europese Hof van Justitie beslist dat op deze prestaties een BTW-vrijstelling van toepassing is.
Die vrijstelling betreft: “handelingen betreffende deviezen, bankbiljetten en munten die wettig betaalmiddel zijn“. Bitcoins zijn bankbiljetten, noch munten en als wettig betaalmiddel kwalificeren ze ook niet. Het Hof kijkt naar de bedoeling van de vrijstelling en concludeert dat de vrijstelling moet worden toegepast op diensten bestaande uit het wisselen van (virtuele) valuta tegen betaling van een bedrag dat overeenkomt met de marge die ontstaat uit het verschil tussen de in- en verkoopprijs.