Bij alleen verhuur geen vaste inrichting

Gepubliceerd op: 9 juli 2021

Het Hof van Justitie heeft beslist dat voor de BTW geen sprake is van een vaste inrichting wanneer de activiteiten enkel bestaat uit de verhuur van onroerend goed.

Personeel

Verwijzend naar eerdere arresten oordeelt het Hof dat pas sprake is van een vaste inrichting indien de verhuurder in het land waar wordt verhuurd beschikt over eigen personeel.

De zaak betreft een vennootschap, die is gevestigd op Jersey. De vennootschap verhuurt vastgoed dat is gelegen in Wenen (Oostenrijk). Voor deze verhuurdiensten heeft de vennootschap een vastgoedbeheerder gemachtigd, die als tussenpersoon optreedt. De tussenpersoon int de huur, brengt exploitatiekosten in rekening en verricht diverse administratieve handelingen (onder andere in het kader van de Oostenrijkse BTW-aangiften).

Verlegging

Als de verhuurder een vaste inrichting heeft, moet hij in Oostenrijk BTW-aangiften indienen. Zonder vaste inrichting hoeft dat niet. De heffing van de BTW op de huur wordt dan verlegd naar de huurder.

Deze verleggingsregeling kennen we in Nederland ook. Let op: een verleggingsregeling kan alleen worden toegepast indien de huurder beschikt over een BTW-nummer waar de heffing naartoe kan worden verlegd (en om belast met BTW te kunnen huren, moet de huurder het vastgoed voor 90% of meer gebruiken voor activiteiten met recht op aftrek van BTW).

Voordeel voor de huurder is dan dat die de BTW niet hoeft voor te schieten, maar de afdracht en aftrek kan verwerken in zijn eigen BTW-aangiften.
De verhuurder scheelt het administratieve lasten, maar de BTW die drukt op de kosten ontvangt hij wat minder snel terug.

Andere artikelen